289
vlakten in voorkomen. Zij wordt per sectie opgemaakt in de volgorde
van de perceelnummers, en ze is voor de afgeleide nummers, in de
volgorde der exponenten, een weergave van de lijst der bestaande
percelennaast ieder perceel wordt het nummer van het leggerartikel
aangeduid. Bovendien laat de tabel nummer 209 toe de volledige
ketting van de wijzigingen, door de percelen ondergaan, te reconstru
eren, vermits er voor elk der sedert de stichting van het oorspron
kelijk kadaster gevormde percelen verwezen wordt naar het jaar
en het nummer van de opmetingsschets.
De nummering der percelen wijkt af van het Nederlands systeem.
In België heeft men zich gehouden aan een stelsel waarin de uit
een primitief nummer gesproten percelen zoveel mogelijk het
aanvankelijk toegekend grondnummer behouden. Een van de
voordelen van dergelijk stelsel bestaat erin, dat men onmiddellijk
weet van welk vroeger en zelfs van welk oorspronkelijk perceel
ieder thans bestaand perceel afstamt.
Hoe geschiedt nu deze nummering?
Telkens een perceel van vorm of van afbeelding verandert,
wordt aan zijn oorspronkelijk nummer een exponent toegevoegd
welke achtereenvolgens ontleend wordt aan de reeks letters van
het alfabet. De letter j wordt evenwel nooit gebruikt.
Wanneer aan een bepaald nummer ook de laatste letter van het
alfabet werd toegekend wordt de reeks van exponenten voortgezet
met deze gaande van a2 tot Z2, vervolgens van a3 tot Z3, enz.
In het speciaal geval waarin het gaat om een vereniging van
percelen met verschillende grondnummers, krijgt het nieuwe
perceel het nummer van één van de verenigde percelen, waaraan
een nieuwe exponent wordt toegekend; de keuze van het te behou
den nummer is onderworpen aan vaste regels.
Stippen we nog aan:
dat telkens een nieuwe exponent moet worden gebruikt, men
deze neemt die onmiddellijk volgt op de laatst gebruikte expo
nent van het beschouwde nummer en dat
elk vernietigd oorspronkelijk nummer of elke afgeschafte
exponent later niet meer mag gebruikt worden.
Wat nu de alfabetische lijst der eigenaars betreft in Nederland
de algemene naamwijzer genoemd die, naargelang hij in het
gemeentesecretariaat of in de bewaring berust, respectievelijk het
nummer 213 of 215 draagt, dient er vooraf aangestipt, dat er in
België geen algemeen repertorium bestaat van de eigenaars, noch
enige andere documentatie om uit te maken in welke gemeenten
of provincies een bepaalde persoon onroerende goederen bezit;
men moet er dus de naam van de gemeente kunnen opgeven voor
aleer kan worden opgezocht of een fysische of rechtspersoon
eigenaar is van onroerende goederen. Eens de gemeente gekend,
kan de eigenaar worden opgezocht bij middel van genoemde lijst.
Deze lijst bestaat thans uit afzonderlijke steekkaarten, aangelegd
voor elke fysische persoon of rechtspersoon die met naam in de