LANDMEETKUNDE
Ir. H. J. VAN STEENIS,
Leidingenkadaster
Inleiding
Nu Nederland zich in snel tempo omvormt van een agrarisch
land tot een industrieland, met een snel groeiende bevolking en
nog sneller toenemende dichtheid van waterleidingen, rioleringen,
kabels en leidingen voor allerlei doeleinden, dient de vraag naar
inventarisatie, ordening, vastlegging en wettelijke regeling van de
ondergrondse eigendomstoestand kortweg genoemd leidingen
kadaster zich opnieuw met klem aan.
Nu een op 14 oktober 1957 ingestelde Staatscommissie de taak
heeft de regering te adviseren over de maatschappelijke functie
die het kadaster dient te vervullen en de minister bij de installatie
o.a. de vraag heeft gesteld, of het kadaster dienstbaar zou behoren
te worden gemaakt aan andere doeleinden dan waarvoor het thans
reeds wordt gebruikt, moge het van betekenis zijn op grond van
eigen ervaring en inzicht een aantal suggesties te doen ten aanzien
van de wenselijkheid, de aard en de mogelijkheden van een leidingen
kadaster.
Wenselijkheid
Het bovengrondse onroerende bezit wordt geregistreerd en ge
administreerd. Het zou wenselijk zijn, dat dit eveneens geschiedde
ten aanzien van het minstens zo kostbare ondergrondse bezit van
de overheid en van semi-overheidslichamen.
Om enig begrip te krijgen om welke bedragen het hier gaat, is van
de Gemeente Amsterdam de globale investering nagegaan in het
elektriciteits-, telefoon (P.T.T.)-, gasleiding-, waterleiding- en
rioleringsnet van deze stad; dus van de investering in de onder
grondse netten. Dit blijkt een totaal bedrag van ongeveer fl. 330
miljoen of fl. 400.per inwoner te zijn.
Hieruit is af te leiden, dat de totale ondergrondse investering aan
afvoer- en distributienetten in Nederland ongeveer fl. 4,5 miljard
bedraagt, wat ongeveer gelijk is aan een vierde van onze staats
schuld.
Een wettelijke registratieplicht van dit ondergronds overheids-
bezit zou zeker op zijn plaats zijn. Niet alleen de ondergrondse
kabels, leidingen en rioleringen vertegenwoordigen een aanzienlijk
kapitaal, maar ook de grond langs wegen, die daarvoor soms speciaal
lid van de Coöperatieve Vereniging Ingenieursbureau Van Steenis w a
te Utrecht:
Preadvies, uitgebracht tijdens de Geodetische Studiedag op 27 april 1962
te Wageningen.