312
realiteit in overeenstemming. Doch bij deze bedrijven behoren
kavelgrootten van gemiddeld 3,10 ha, zoals onder opmerking 2
reeds is aangetoond, waarbij weer hoort een kaveldiepte van 230 m
(zie opmerking 4) en een wegenafstand van 460 m.
Algemene opmerking.
De methode waarop de schrijvers de optimale wegenafstand
hebben benaderd acht ik wel aanvaardbaar. Wanneer het echter
ging om het verwerken van praktische gegevens, sloegen zij telkens
de plank mis. Bepaald onaanvaardbaar is het werken met
aanvechtbare, c.q. onjuiste gegevens of aannamen, zoals door de
schrijvers is gedaan. Mijn bezwaren richten zich in het bijzonder
tegen
1. het uitgaan van een bedrijfsverkaveling i.p.v. een eigendoms
verkaveling (20 lastig klein-bezit over het hoofd gezien);
2. de te globale bedrijfsgroottestructuur;
3. het foutieve kavelgetal;
4. het foutief incalculeren van de aanlegkosten der wegen;
5. het incalculeren van onderhoudskosten;
6. de aanname dat de verbindingswegen op te grote afstand van
elkaar liggen;
7. de aanname van een onmogelijk gunstig dwarswegbenuttings-
percentage (75 i.p.v. 12
8. het voorbarig rekening houden met te grote bedrijfssanering.
In het algemeen kan ik niet waarderen de wijze waarop naar een
conclusie wordt geredeneerd, met voorbijzien van en soms in strijd
met in de praktijk verkregen resultaten. Vandaar dat ik op enkele
punten wat in details ben afgedaald (soms ook maar summier met
het gevaar te onvolledig te zijn) om de argeloze lezer, die in deze
materie nog niet thuis is, een beter inzicht te verschaffen.
Slotopmerking.
Voor de beantwoording van de vraag hoe de wegenafstand
behoort te zijn is het van groot belang, het te verwachten kavel
patroon na de ruilverkaveling te kunnen schatten. Daartoe heb ik
de resultaten van 16 ruilverkavelingen, gereed gekomen in de
jaren 1960/61, geanalyseerd. Het spreekt vanzelf dat bij een ver
kaveling met een zeer klein gemiddeld bezit het percentage kleine
kavels veel groter zal zijn dan bij een verkaveling met groot bezit.
Als eenheid is voor het volgende overzicht niet genomen de ha,
maar G gemiddeld bezit in de ruilverkaveling. Het bleek nu
enigermate mogelijk alle verkavelingen over één kam te scheren,
met als resultaat de volgende tabel: