VERSCHILLENDE ONDERWERPEN
Litteratuuroverzicht
M. Poirée en Ch. Oilier. Irrigation. Ondertitel: Les réseaux
d'irrigation, théorie, technique et économie des arrosages. 400 pag.
formaat 16 X 24,5 cm. Uitgegeven door Eyrolles te Parijs onder
auspiciën van de Bibliothèque de l'Institute de Topométrie.
In de ruim van tabellen en figuren voorziene tekst zijn grafieken
opgenomen voor het ontwerpen van open leidingen en buizen, en
het berekenen van de evapotranspiratie volgens Blaney en
Criddle en Turc.
Het werk is een verbeterde en aanmerkelijk uitgebreide 100
pag.) tweede druk van een in 1957 uitgegeven leerboek over het
vak irrigatie zoals dit wordt gedoceerd op: 1) l'Ecole Speciale des
Travaux Pubhes, een opleidingsschool voor waterbouwkundigen,
op een niveau gelegen tussen dat van onze H.T.S.-en en dat van de
T.H. in Delft, en 2) l'Institute de Topométrie van het Conservatoire
National des Arts et Métiers, een tweejarige cursus voor de op
leiding van ingenieurs tot landmeetkundige specialisten.
In een bondige en voor Frans makkelijk leesbare stijl worden
de belangrijkste civiel- en cultuurtechnische onderwerpen uit de
irrigatie besproken. Voor ontwatering wordt verwezen naar het
boek Assainissement Agricole van dezelfde schrijvers (besproken
in het juninummer van dit tijdschrift).
De stof omvat
I. De civieltechnische uitrusting van irrigatieprojecten (144 pag.).
O.a. voorkomens van water, de onttrekking, het transport, de ver
deling en meting. Tot besluit een beschrijving van twee oude
irrigatieprojecten (Canal Pierrelatte en Canal Carpentras) en het
thans in uitvoering verkerende Bas-Rhóne et Languedoc-project.
II. Het bepalen van de waterbehoefte (126 pag.). O.a. het
voorspellen van de evapotranspiratie van cultuurgewassen onder
verschillende klimatologische omstandigheden met de formules
van Blaney en Criddle, Thornthwaite, Penman en Turc, de
grond als opslagplaats van vocht, het voor de plant beschikbare
vochtigheidstraject, frequentie en grootte van de watergiften,
leidingcapaciteiten met betrekking tot de wijze van distribueren.
III. Methoden volgens welke de grond kan worden bevochtigd
(87 pag.), de techniek van het overvloeien, onder water zetten,
infiltreren en beregenen.
IV. Enkele economische beschouwingen (20 pag.).
De titel van het boek belooft meer dan in 400 pag. kan worden
gegeven. Aan de wijze waarop de stof wordt behandeld is op te
maken, dat het onderwerp slechts één der studievakken is op het
lesrooster van evengenoemde scholen. De irrigatiespecialist zal in
dit boek weinig nieuws vinden, zij het dan dat de civieltechnicus