315 zijn algemene kennis van irrigatie kan verruimen met de bestu dering van afdeling II, terwijl de cultuurtechnicus in afdeling I wetenswaardigheden zal vinden. De auteurs hebben zich hoofdzakelijk georiënteerd op de Franse irrigatiepraktijk. Met uitzondering van de bulletins van de Inter national Commission on Irrigation, verwijst de zeer beperkte litteratuurlijst uitsluitend naar Franse bronnen. Onderwerpen die voor irrigatie onder tropische klimaatsomstandigheden en in de zg. ontwikkelingslanden van belang zijn waterrecht, organisatie vormen, waterhygiëne, verzilting, enz. worden niet of nauwelijks besproken. Gemist wordt het voor de dimensionering van kunst werken zo belangrijke onderwerp van het voorspellen van maximum afvoeren. Naar mijn mening wordt onvoldoende nadruk gelegd op de noodzaak irrigatie en ontwatering als een geheel op te vatten. Het berekenen en dimensioneren van open en gesloten leidingen wordt zeer schetsmatig behandeld. Bij de bespreking van het vast stellen van de meest gewenste looplengte van stroken- of greppel- bevloeiingen volgt men de methode Crevat, die internationaal weinig bekend is. Het hoofdstuk beregenen is naar mijn mening het minst geslaagd. Inplaats van principiële punten en mogelijkheden te bespreken, zoals deze naar voren komen bij het opstellen van beregeningsprojecten, geven de auteurs slechts een beschrijving van installaties en de daarvoor verkrijgbare uitrustingsstukken, gevolgd door drie uitgewerkte rekenvoorbeelden. Terecht kan men zich afvragen of na lezing hiervan de toekomstige ontwerper vol doende inzicht heeft verworven om straks een vierde, vijfde, enz. geval uit te werken. Deze kritiek wil ik voornamelijk uiten als reactie tegen de mening van de auteurs (derde alinea van hun voorwoord) dit boek te kunnen aanbevelen aan hen, die uit hoofde van hun functie worden aangezocht be vloeiingsplannen te ontwerpen en zelfs uit te voeren. Waar zij in hetzelfde voorwoord betogen slechts ,,une vue synthé- tique sur rirrigation" te hebben willen geven, meen ik echter te mogen vaststellen dat zij daarin zij het niet steeds op eenzelfde niveau zijn geslaagd. Hun samenvattingen aan ieder begin van een hoofdstuk bevatten ook voor de vakman vele lezens waardige zaken. Ir. G. Hekket Jaarverslag 1961: Centrale Cultuurtechnische Commissie Cultuurtechnische dienst Herverkavelingscommissie Zeeland Herverkavelingscommissie Walcheren Stichting Beheer Land bouwgronden. Uitgave van het Ministerie van Landbouw en Visserij 114 blz. Het jaarverslag omvat vijf hoofdstukken, resp.Algemene be schouwingen, Ontwikkeling van de ruilverkavelingsovereenkomst, Bijzondere onderwerpen, Het werk in de provincies, Stichting Beheer Landbouwgronden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 61