In de „Algemene beschouwingen" lezen we dat het cultuurtech
nisch beleid er op gericht is geweest een zo groot mogelijke opper
vlakte in ruilverkaveling uit te voeren. Zowel goedkope (admini
stratieve) ruilverkavelingen als ruilverkavelingen nieuwe stijl, met
daartussen allerlei schakeringen, worden thans uitgevoerd. De
gemiddelde kosten per ha zullen aldus lager komen te liggen.
De bedrijfsvergroting en de verkrijging van gronden hiervoor
hebben de speciale belangstelling van de C.C.C. De ontmenging der
bedrijven (specialisatie gericht op tuinbouw) vraagt steeds meer de
aandacht.
In het verslagjaar werden 51 360 ha (11 blokken) in stemming ge
bracht, terwijl 19 160 ha (eveneens 11 blokken) gereed kwamen. In
de drie voorafgaande jaren kwam een oppervlakte van 18 320 ha
gereed. Laten we hopen dat deze stijging in de produktie zich blijft
voortzetten
In het tweede hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de
procedure bij de ruilverkavelingsovereenkomsten en wordt over
enige bijzondere toepassingen uitgeweid. Verder blijkt steeds meer
belangstelling voor deze vorm te bestaan. Thans zijn 93 overeen
komsten met een totale oppervlakte van 10 040 ha goedgekeurd
(waarvan in 19612450 ha) en voor 6030 ha (64 blokken) is de akte
gepasseerd (in 1961: 1600 ha). Vele mogelijkheden die de wettelijke
ruilverkaveling biedt, vinden ook bij de ruilverkavelingsovereen
komst toepassing: boerderij verplaatsing, aanleg wegen en water
lopen, enz. Naast dit voordeel voor de belanghebbenden ontstaat
m.i. het nadeel, dat het versnellend karakter van dit soort ver
kavelingen zal verdwijnen. In die richting werkt ook de toename
van de oppervlakte per blok. Biedt bij blokken van 800 ha en groter
de wettelijke ruilverkaveling niet meer mogelijkheden om tot een zo
effectief mogelijk resultaat te komen
Als men aan deze grotere blokken, waaraan ook meer Rijksgelden
zullen worden besteed, de voorwaarde stelt, dat de resultaten verge
lijkbaar moeten zijn met die, verkregen volgens de wettelijke proce
dure, zal de bewerking veel tijd en inspanning vragen. Het is de
vraag of dan de optimistische verwachting van een jaarproduktie
van 5000 a 10 000 ha, geuit in het jaarverslag, in de eerstvolgende
jaren zal worden vervuld.
Van de „Bijzondere onderwerpen" is vooral het eerste, de ruil
verkaveling in de praktijk, interessant, omdat hierbij in het bij
zonder de administratieve en juridische facetten in beschouwing
worden genomen. De corrigerende uitspraken van de rechter,
vooral voor de technische uitvoering, verdienen de aandacht. Over
één van deze uitspraken die het jaarverslag „juridisch minder
belangrijk" acht, maar „die toch nuttig is voor het opmaken van
het voorlopig plan van wegen en waterlopen" één opmerking.
Hoewel ik het eens ben met het vonnis van de rechtbank in deze de
ruilverkaveling Vroomshoop betreffende zaak, raad ik de technici
aan de quasi-geodetisch-wetenschappelijke motivering van de
3i6