bouwkundige) cultuurtechnische maatregelen steeds meer de invloed ondergaan van maatschappelijke eisen en verlangens die niet uit de landbouw voortkomen. Prof. ir. G. F. Witt Verslag van het onderzoek naar de positie en de plaatsingsmogelijkheid in de toekomst van de geodetisch ingenieur Inleiding In het voorjaar van 1962 hebben zes studenten in de geodesie een gespreksgroep gevormd. Vragen, niet direct de wetenschappelijke zijde van de geodesie betreffende, zouden onderwerp van gesprek zijn. Het doel van de groep was, te komen tot een intensiever contact tussen de studenten. Tevens streefden de initiatiefnemers er naar een beter contact tussen hoogleraar en student tot stand te brengen, door van tijd tot tijd een hoogleraar uit te nodigen aan het gesprek deel te nemen. Op de eerste bijeenkomst was het onderwerp van gesprek het artikel van Prof. dr. ir. W. Schermerhorn: „Ontwikkelingen in de landmeetkundige wereld binnen en buiten onze grenzen" (Tijd schrift voor K. en L., 78e jrg. nr. 1). Tijdens de discussie over dit onderwerp bleken zowel oudere- als jongere-jaars studenten weinig bekend te zijn met de maatschappelijke positie van de geodetisch ingenieur. Ook was er een zekere bezorgdheid over de plaatsings mogelijkheden in de toekomst. Dezelfde vragen werden gesteld op de tweede bijeenkomst van de gespreksgroep, die werd bijgewoond door Prof. ir. G. J. Bruins. Omdat over de besproken materie weinig concrete gegevens voor handen waren, adviseerde Prof. Bruins de nodige gegevens te ver zamelen door middel van een onderzoek. Daarna zouden de gestelde vragen nog eens kunnen worden behandeld. Het bestuur van het Landmeetkundig gezelschap „Snellius" werd van deze plannen op de hoogte gebracht. Dit bestuur deelde mee, dat in een door „Snellius" te organiseren forumgesprek o.a. de in de gespreksgroep gerezen vragen ter sprake zouden komen. Teneinde doublures te voorkomen werd daarop tot samenwerking besloten. De gegevens, door de gespreksgroep verzameld, zouden worden samengevat in een rapport, dat zou dienen als inleiding voor het forum. Dit rapport volgt hierna. RAPPORT 1W erkwijze In hoofdzaak zijn de geodetisch ingenieurs werkzaam in de volgende sectoren: 1. Kadaster, 2. Provinciale en gemeentelijke diensten, 3. Het bedrijfsleven, 4. „Het Buitenland". 318

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 64