naast elkaar gewerkt. Het zou nuttig zijn om eens een studie te
maken van de kosten verbonden aan het vervaardigen van het
gehele kaartenmateriaal in wel gecoördineerd werkende gemeenten,
zoals bijv. Amsterdam en Rotterdam, en van de kosten verbonden
aan het vervaardigen van de kaarten in gelijkwaardige'gemeenten,
waar de diensten naast elkaar werken met een gebrekkige coördi-
natie.
Uit een dergelijke vergelijking zou blijken, dat met alleen het
centraal vervaardigen der plattegrondkaarten (moeder- of raam-
kaarten) en daarvan afgeleide technische beheerskaarten zeer
kostenbesparend zou werken, maar dat dit ook het geval zou zijn
door coördinatie van het gehele beheer van de ondergrondse situatie,
waardoor bij uitbreidingen en vernieuwingen van leidingen e.d. het
grondwerk gecombineerd voor alle bediijven kan worden uitbesteed.
In Bazel zijn de totale kosten van de totstandkoming van het
leidingenkadaster becijferd op Fr. 1016818 voor een gebied van
1848 ha, d.w.z. Fr. 585 per ha. Naar Bazelse verhoudingen komt dit
overeen met 1 van de grondprijs. Van deze stichtingskosten
droeg de staat 40 het kanton 3« en de grondeigenaren
30
De bijhouding
Het bijhouden van deze kaarten is een enorm werk, waarover
niet te licht mag worden gedacht. Gezien het grote economische
belang mag men daarvoor echter niet terugschrikken. De bij -
houding zal, evenals de eerste vervaardiging, sterk gedecentrali
seerd moeten geschieden, echter naar algemeen vastgelegde normen.
In verband hiermede moge worden vermeld, dat reeds in 1949
door het Nederlandse Normalisatie Instituut (voorheen H.C.N.N.)
een commissie B 7-c in het leven is geroepen, om aanduidingen voor
het in kaart brengen van leidingaanleg op wegen en terreinen en
daarbij behorende kunstwerken (revisietekeningen) op te stellen.
In juli 1952 richtte deze commissie een verzoek tot de overheids
instellingen met een technisch karakter in de ruimste zin van het
woord, waarin o.a. werd gesteld:
2Ó0
Bij bestudering van gegevens uit eigen kring en uit het buitenland is de
commissie gebleken, dat er ten aanzien van de eisen, welke de verschillende
diensten en bedrijven aan de tekeningen voor de leidingsituaties stellen, veel
uniformiteit bestaat. Desalniettemin bestaat er in ons land grote verscheiden
heid in het gebruikte kaartenmateriaal, zowel wat de schaal der kaarten als
wat de uitwerking ervan betreft.
Deze grote verscheidenheid moet enerzijds worden toegeschreven aan het
ontbreken van een norm, anderzijds aan het feit, dat de diensten en bedrijven
elk voor zich de gegevens voor hun kaartmateriaal verzamelen en uitwerken.
Voorts meende de subcommissie te kunnen vaststellen, dat bij verschil
lende instellingen, waarschijnlijk door het omvangrijke werk dat de ver
zorging van een revisie-tekeningenarchief vergt, grote achterstand was in het
revisietekenwerk. Een volledig en goed bijgehouden revisie-tekemngen-
archief is voor de diensten en bedrijven van grote economische betekenis en
daarom dient hiernaar met alle middelen te worden gestreefd. Tot deze