336
geodesie Ir. J. C. de Munck is opdracht verleend gedurende het tijdvak
van i september 1962 t/m 31 augustus 1963 onderwijs te geven in het vak
„Elektronische afstandmeting en plaatsbepaling".
Boekaankondiging
Dr. D. Burger Hzn., Samenwerking bij indeling en gebruik van grond in
Nederland. Uitgave G. W. van der Wiel Co., VUGA-Boekerij,
Arnhem. 350 pp., f. 6.
De directeur van het Instituut voor toegepast biologisch onderzoek in de
natuur (ITBON) schrijft ons:
Zeer binnenkort zal dit boek in de handel komen. Ik had de gelegenheid
het manuscript door te zien, wat mij reeds thans het recht op een oordeel
geeft.
Hoe dichter onze bevolking en hoe veelzijdiger de middelen van bestaan,
des te groter wordt het aantal aanspraken dat de talrijke groepen van
grondgebruikers op vrijwel elk stuk grond in ons land maken. Voor het
verkrijgen van een oplossing is veel overleg en vooral veel onderling begrip
nodig. Wil een dergelijk begrip aanwezig zijn, dan dient een ieder die aan de
besprekingen deelneemt, op de hoogte te zijn van de eisen die anderen aan
het gebruik van de grond stellen. Pas dan toch kan een synthetische oplos
sing worden verwacht. In het tegenovergestelde geval zal men hoogstens
komen tot een compromis, beïnvloed door de wijze waarop de contrasterende
standpunten tijdens de bespreking zijn verdedigd.
Het doel van het boek is om de veelheid van eisen te belichten. Hiertoe
heeft de auteur op verdienstelijke wijze in het 2e deel rapporten bewerkt
van een groot aantal deskundigen op de meest verschillende terreinen van
grondgebruik: land-, tuin- en bosbouw, natuurbescherming, industrie,
waterwinning, militaire doeleinden, aanleg en onderhoud van land- en water
wegen, stadsuitbreiding, enz. De auteur liet dit voorafgaan door een deel
waarin hij een aantal grondslagen bespreekt, en volgen door een synthese.
In deze beide stukken geeft hij een vaak persoonlijke visie op de problemen.
Uit de aard der zaak hoeft men het hiermee niet eens te zijn, maar voor
iedere grondgebruiker is zij belangrijk genoeg om er kennis van te nemen.
Dit is vooral het gevolg van het feit dat de auteur in deze delen zijn grote
ervaring, opgedaan in zijn verschillende werkkringen, heeft neergelegd.
De bruikbaarheid van het boek wordt hierdoor in belangrijke mate verhoogd.
Aan de afdelingen II en III hebben medegewerktProf. dr. ir. J. P. van
Aartsen, Ir. L. H. J. Angenot, Prof. dr. J. K. Baars, Dr. ir. G. de Bakker,
Prof. ir. L. van Bendegom, R. J. Benthem, Dr. ir. C. van den Berg,
Ir. L. J. Brasser, Prof. ir. W. J. Dewez f, D. E. van Drimmelen, Prof.
dr. Sj. Groenman, Drs. F. Hartogensis, Prof. ir. F. Hellinga, Prof. dr. ir.
G. Hellinga, Ir. J. J. Hopmans, Ir. W. G. van der Kloet, Prof. dr. P.
Korringa, Prof. W. F. J. M. Krul, Prof. dr. D. J. Kuenen, Ir. F. W.
Malsch, Dr. M. F. Mörzer Bruijns, Ir. G. A. Overdijkink, Prof. dr.
G. A. van Poelje, Drs. C. D. Scheer, Kolonel A. M. J. Taks, Prof. ir.
J. Th. Thijsse, Prof. dr. H. J. Venema, Ir. W. C. Visser, Dr. ir. H. van
Vloten, Ir. A. Volker, Dr. A. D. Voute, Dr. ir. R. van de Waal, Dr.
V. Westhoff, Dr. J. Winsemius, Prof. ir. T. H. van Wisselingh.
Dit werk is het eerste dat in ons land en wellicht ook elders in de wereld
op dit gebied verschijnt. Het komt mij voor, dat allen die leiding geven
aan het grondgebruik in Nederland het dienen te lezen. Het behoort onge
twijfeld thuis in de handbibliotheken van alle betrokken instanties. De
eerste oplage komt tegen de extreem lage prijs van f. 6.— in de handel.
Volgende oplagen zullen aanzienlijk duurder zijn.
17 sept. 1962
H. L. v. G.