348
Door deze constructie wordt bereikt dat zeer korte sluitertijden
(bijv. i/ioooo sec) mogelijk zijn. De lineaire snelheid van de schijf
bedraagt in het midden van het beeldvlak maximaal ca. 60 m/sec.
Dit is ongeveer 10 X groter dan bij de gebruikelijke gordijnsluiters.
Een gevolg is dat het gehele beeld in een veel kortere tijd wordt
opgenomen dan bij de oudere constructies, waardoor de vertekening
van de foto (verlenging of verkorting) uitermate gering is 0,3%).
Dat deze roterende schijven, die maximaal ca. 150 omwentelingen
per sec maken en ongeveer 15 cm diameter hebben, enkele mecha
nische problemen geven bij gebruik in een vliegtuig, dat eventueel
een rolsnelheid van 1 omwenteling per sec kan vertonen, is duidelijk.
Bij de vormgeving en de materiaalkeuze moet rekening worden
gehouden met de optredende corioliskrachten.
Werking van de T A-yM-camera
De mechanische constructie is in opzet zeer eenvoudig. De elek
tronisch geregelde gelijkstroommotor drijft de twee gekoppelde
sluiterschijven. Het filmtransport wordt via een magnetische
koppeling, tandwiel- en wormoverbrenging, direct door de motoras
gedreven. Op het hoogste toerental verkrijgt men 15 opnamen per
seconde (van 57 x 57 mm2) bij een sluitertijd van 1/10 000 sec.
De snelheid van de film bedraagt dan bijna 1 meter/sec. Voor
stilstaande beelden doch bewegende film is de bewegingsonscherpte
in de film dus 1/10 000 sec x 1 m/sec 100 pm en deze onscherpte
is onafhankelijk van de snelheid van de motor. Kiezen we bij op
namen uit het vliegtuig, waarbij nu ook het beeld beweegt, het
aantal opnamen per seconde zodanig, dat de achtereenvolgende
foto's net aansluiten, dan is de bewegingsonscherpte ongeveer
iopm in de film. De film loopt dan nl. ca. 10% sneller dan het beeld,
omdat we tussen de opnamen nog een kleine ruimte kiezen waar de
gegevens van elke foto kunnen worden geprojecteerd (coördinaten,
richting etc.).
Een bewegingsonscherpte van 100 pm is in een opname op Tri-X-
film net merkbaar in de kwaliteit van de foto. Een bewegingson
scherpte van 50 pm in een opname is in de kwaliteit niet meer te
merken. Daar de sluitertijd omgekeerd evenredig is met het aantal
opnamen per seconde en dus veranderlijk is, is gezorgd voor een
snel werkende automatische diafragmaregeling.
Bij de regeling is er van uitgegaan dat, indien filmsnelheid en
sluitertijd vast liggen, de verlichtingssterkte van het beeldvlak be
palend is voor de juiste zwarting. Deze verlichtingssterkte wordt
gemeten door een cadmium-sulphide-fotoweerstand, die „kijkt"
naar het beeldvlak. De fotoweerstand ziet dan door het beeld
venster de sluiterschijf, die het opvallende licht diffuus reflecteert.
De fotoweerstand is opgenomen in een brugschakeling, waarbij
in de vergelijkingstak een weerstand wordt opgenomen, die af
hankelijk is van de ingestelde filmsnelheid en het ingestelde aantal
opnamen per seconde. Is de brug uit evenwicht, dan wordt de dia-