349 fragmamotor versterkt en wordt het diafragma gedraaid totdat het evenwicht hersteld is. Men is op deze wijze wat de goede werking betreft onafhankelijk van de aard van het objectief en onafhankelijk van het gezichtsveld van het objectief. Op de plaatsing van een geel- filter vóór het objectief wordt automatisch gereageerd. Er worden geen eisen gesteld aan het diafragma voor wat betreft de hoek- verdraaiing per diafragma-stop, noch behoeft deze hoekverdraaiing bij elk objectief gelijk te zijn. Problemen die zich bij deze camera's voordoen ten gevolge van de wisselende temperaturen 50° C tot +70° C) liggen niet zozeer in het mechanische en optische vlak, dan wel meer op het elektro nische gebied. De vergaande automatisering, zomede de eis van geringe ruimte en gering gewicht, noodzaken tot het gebruik van halfgeleiders voor de regelsystemen. Het is echter bekend dat alle halfgeleiders (silicium transistoren, foto weerstanden, zenerdioden etc.) meer of minder afhankelijk van temperatuur zijn. Een tempe- ratuurgebied van 50° C tot +70° C (deze hoogste temperatuur vanwege de grote wrijvingswarmte die bij vliegtuigsnelheden boven Mach 1 optreedt) heeft dan ook bijzondere eisen gesteld aan de onderscheidene circuits van de regelsystemen. 4. Toekomstige ontwikkelingen Het laat zich aanzien dat voor fotografie van zeer grote hoogte, mogelijk zelfs vanuit satellieten, de eis van een nog hoger scheidend vermogen zal worden gesteld. Een toename van de brandpunts afstand zal gewenst zijn, alhoewel deze de 2 meter-grens wel niet zal overschrijden. Wel zal men er zeker naar streven film te gebrui ken met een zeer hoog scheidend vermogen. Deze film zal dan echter een geringe snelheid hebben. De belichtingstijden worden dus langer (bijv. 1/100 seconde), waardoor grote problemen zullen op treden om bewegingsonscherpte te vermijden. Voor de fotografie van lage hoogte zal vooreerst de automati sering van de camera's verder voortgaan, zodat ook het aantal op namen per tijdseenheid (afhankelijk immers van vlieghoogte en vliegsnelheid) automatisch wordt geregeld. Een volgende stap zal zijn het uitschakelen van het gebruik van film en het direct radio grafisch overbrengen van het opgevangen beeld naar de grond. Dr. F. H. SCHMIDT, Over de toelaatbaarheid van de geostrofische wind-approximatie in de geodesie I. Inleiding Het gebruik van de airborne profile recorder in de geodesie berust op een combinatie van een radarhoogtemeter en een barometrische Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut te De Bilt:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 15