353
drukvlak. De lijnen van gelijke hoogte die men op een drukvlak kan
aangeven worden de isohypsen of niveaulijnen van dat drukvlak
genoemd.
Substitutie van (4) in (3) geeft dan ten slotte
rT, co sin cp
A-+H 2 V sin 8 kr+n. (5)
Dit is de eenvoudigste betrekking, waarmee men pleegt te corri
geren voor de variabele hoogte van het drukvlak waarin wordt
gevlogen.
3. De geldigheid van de geostrofische wind-approximatie
De bruikbaarheid van (5) wordt voor een belangrijk deel bepaald
door de geldigheid van de relaties (1) en (2), dus door de veronder
stelling, dat in de atmosfeer geostrofische wind althans bij zeer
grote benadering waait. In hoeverre deze veronderstelling inderdaad
correct is, kan worden beoordeeld door uit te gaan van de volledige
Ap
Fig. 2. Verband tussen drukverandering in een bepaald niveau en hoogte
verandering van een drukvlak
hoogte
niveau
en
G g G W'