W,,- W,2 357 Figuur 3 geeft een beeld van de grootte van de drie termen uit het linkerlid van de eerste vergelijking (8) in afhankelijkheid van de d u geografische breedte. Daarbij is -r- constant io~4 m sec"2 ge- dl steld, iom sec-1 en w io_1 m sec-1. Uit de figuur blijkt, dat op gematigde breedte 2 co v sin cp io tot 15 d u maal zo groot is als terwijl 2 co w cos cp (rechterschaal in de figuur) geheel in het niet zinkt. Aangezien dezelfde verhouding geldt voor 2 c0 11 sin cp en geven de beide vergelijkingen 1 Dp 2 co n sin cp -c a Dx (10) I Dp 2 10 u sin cp P Ö.V de stroming in de vrije atmosfeer op gematigde en hoge breedte tot op ca. 10% nauwkeurig weer. De vergelijkingen (10) zijn niet anders dan de beide componenten van (1) en beschrijven dus de geostro- fische wind. Natuurlijk kunnen in individuele gevallen zowel kleinere als grotere afwijkingen van de geostrofische wind optreden. Het laatste geval doet zich vooral voor bij een sterke kromming van de d W luchtbanen. De versnelling kan dan worden geschreven als - r waarbij r de kromtestraal van de luchtbanen is. Is r 100 km, een voor de vrije atmosfeer zeer kleine waarde, dan wordt indien W/, weer gelijk aan 10 m sec-1 wordt gesteld van dezelfde orde als r 2 co Wh sin cp en is de geostrofische benadering niet langer bruik baar. Men brengt in dergelijke gevallen wel correcties aan, maar het is de vraag of deze afdoende zijn, aangezien men gewoonlijk wel een schatting kan maken van de kromming van isobaren of iso- hypsen, maar het moeilijker is de kromming van de luchtbanen nauwkeurig te bepalen. Bovendien pleegt in de bedoelde situaties t) W ook de bijdrage van tot de afwijking van de geostrofische wind niet verwaarloosbaar te zijn. Men kan trouwens gemakkelijk inzien, dat de geostrofische wind op gematigde breedte niet meer dan een benadering kan zijn. Inte gratie van (9) geeft nl. p„ Sg?dz, (11)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 23