i
369
Fig. 3. Vertekeningskromme voor Pinatar i 4, 210 mm.
en de ontwikkelingsmethode oefenen een belangrijke invloed uit op
het resultaat. De methode die bij het onderzoek van het piriatar-
objectief is toegepast komt overeen met de richtlijnen zoals die in
1952 in Washington door de SIP zijn uitgewerkt. De methode
bestaat uit een drielij nentest met hoog contrast (log. contrast
2,0) en met gering contrast (log. contrast 0,2).
Fig. 4 geeft een voorstelling van het scheidend vermogen. De
getrokken lijn is de curve voor hoog contrast, terwijl de gestreepte
lijn de curve voor gering contrast is.
Het sluitermechanisme wijkt af van de conventionele centrale
sluiter die door veren wordt bewogen. De sluiter (zie fig. 5) bestaat
uit vier cirkelvormige schijven, waaruit een sector is weggenomen,
en die, aangedreven door een elektromotor, om hun as draaien.
Naarmate de snelheid van de elektromotor groter wordt draaien de
schijven sneller en wordt de belichtingstijd korter. De grootste
snelheid is 9000 toeren per minuut, waardoor de schijven dus 150
maal per seconde ronddraaien en de sluiter zich dus ook 150 maal
per seconde opent. Dit aantal kan worden verminderd door een
tweede schijvensysteem. Dit bestaat uit vier schijven waaruit per
schijf twee sectoren zijn weggenomen (zie streepjeslijnen in fig. 5),
zodat ze per draaiing tweemaal de sluiteropening vrijgeven. Dit
tweede schij vensysteem is gekoppeld aan de eigenlijke sluiter. Wordt
de sluiter in werking gesteld, dan openen de schijven van het tweede
systeem zich eerst, vervolgens opent zich de sluiter, de belichting
b
20 40 60 80 100 120
b
Fig. 4. Scheidend vermogen Pinatar 1 4, 210 mm.