Litteratuuroverzicht
W. Wunderlich, Zur Leistungssteigerung grossmassstabi-
cher Luftbildauswertungen. 134 blz. Dissertatie T. H. Hannover.
Bundesministerium für Ernahrung, Landwirtschaft und Forsten.
Dit werk heeft tot doel de mogelijkheden tot een verhoging van
de nauwkeurigheid en de economie na te gaan van fotogrammetri-
sche uitwerkingen op grote schaalde auteur is een medewerker
van het fotogrammetrisch instituut der Technische Hogeschool
te Hannover.
In een achttal hoofdstukken wordt achtereenvolgens behandeld:
x. de tegenwoordige toestand;
2. de algemene grondslagen van de proeven;
3. uitwerking met behulp van de stereoplanigraaf
4. principes van de analytische fotogrammetrie
5. analytische enkelbeeidmethode
6. analytische modeluitwerking;
7. analytische aerotriangulatie
8. slotconclusies.
Een uitgebreide litteratuuropgave (107 verwijzingen) sluit het
geheel af.
In het eerste hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de
huidige situatie in Duitsland met betrekking tot de fotogrammetrie,
beperkt tot uitwerking op grote schaal, d.w.z. tot en met 1 5000.
Verder geeft de schrijver een aantal suggesties die tot het in aanhef
genoemde doel zouden kunnen leiden, zoals verhoging van de
maatvastheid van de film, verbetering van belichtings- en ont
wikkelingsmethoden, toepassing van analytische methoden, gebruik
van elektronische rekenmachines.
Het tweede hoofdstuk geeft eerst een opsomming van de punten
waarop het onderzoek zich heeft geconcentreerd.
1. Vaststelling van wat bereikbaar is bij uitwerking met behulp
van een eerste-orde-instrument onder gebruikmaking van zeer
nauwkeurige terrestrische gegevens.
2. Proeven tot verhoging van de per model uitgewerkte opper
vlakte door middel van convergent- en wijdzicht camera's.
3. Onderzoek naar de mogelijkheden van analytische methoden.
Als materiaal voor de verschillende onderzoekingen hebben in de
eerste plaats gediend luchtopnamen van het proefterrein Empelde.
In dit vlakke gebied van ca. 2 km2 zijn 249 punten gesignaliseerd.
De terrestrische coördinaten werden trigonometrisch bepaald
met een nauwkeurigheid van ca. 1 cm; voor de hoogtemeting (uit
waterpassingen) was deze ca. 3 mm. Van het proefterrein werden
in het voorjaar van 1958 luchtopnamen gemaakt op Perutz-
Pervola 18 film met de volgende camera's en op de daarbij genoemde
schalen: Zeiss RMK 21/28 (1 7450), Wild RC5 21/18 (1 7100),
Wild RC5 11,5/18 (1 7800, 1 8950, 1 10200), Wild RC5 15/23
372