374 een onderzoek gedaan naar de nauwkeurigheid van afstanden, bepaald uit langs fotogrammetrische weg verkregen coördinaten. Het resultaat is dat voor afstanden tot ca. 100 m de standaard afwijking gegeven wordt door de formule m, (3,2 0,017 F) cm; F is hierin weer de oppervlakte in ha betreffende het model. Verder is nog per camera en opnameschaal een grafiek opgesteld, waarin met intervallen van 10 m de standaardafwijking en de maximale af wijking zijn weergegeven. Ter vergelijking is ook de ambtelijke tolerantie ingetekend. Uit het feit dat voor bepaalde opname situaties de tolerantie niet wordt overschreden trekt de schrijver conclusies over de bruikbaarheid van bepaalde opnameschalen en camera's. Naar mijn mening is dit nogal voorbarig, gezien het geringe aantal waarnemingen (in enkele gevallen slechts 2) in de verschillende klassen; naarmate de frequentie toeneemt wordt nl. de kans op grote afwijkingen groter. Verder volgt ook uit de alge mene formule voor m„ dat voor kleine afstanden niet altijd aan de eisen zal worden voldaan. Door statistische methoden toe te passen zou het onderzoek hier belangrijk aan kracht hebben kunnen winnen. Het feit dat in het geval van de convergentopname voor elke schaal slechts één model is uitgewerkt beperkt ook de waarde van de conclusies. Het overige deel van de publikatie is gewijd aan analystische methoden. Als meetinstrumenten zijn gebruikt de stereocomparato- ren van Wild en Zeiss en de meetmicroscoop UMM van Zeiss. Vergelijking van de instrumenten was mogelijk doordat één model op alle drie apparaten is gemeten. De gevonden standaardafwij kingen in de coördinaten, berekend uit de verschillen in 54 punten, zijn resp. 2,3 cm, 2,8 cm, en 2,4 cm. De schrijver concludeert hieruit dat er geen reëel verschil is tussen de drie instrumentenhet feit dat ook de waarnemers verschillend waren, wordt blijkbaar niet van invloed geacht. Uit het totaal der metingen komt naar voren dat bij gebruik van gesignaliseerde punten monoculaire waarneming met een enkel- beeldcomparator even nauwkeurig is als uitwerking op een stereo- comparator; verder dat de instelnauwkeurigheid in 1 en y even groot is, en dat voor metingen van enkelbeeldcomparatoren zonder nauwkeurigheidsverlies onervaren waarnemers kunnen worden gebruikt. In de twee volgende hoofdstukken worden de analytische enkel beeld- en beeldenpaaruitwerking behandeld resp. volgens methoden van Schmid en Schut. Voor beide worden uitgebreide formule systemen en schema's voor de elektronische berekening gegeven. Wat de formules betreft, deze opmerking: enkele malen wordt voor verschillende grootheden hetzelfde symbool gebruikt, wat tot ver warring aanleiding zou kunnen geven. Het eigenlijke doel van de enkelbeelduitwerkingen was vast stelling van de grootte der zgn. beeldafwijkingen; deze spruiten uit verschillende bronnen voort, zoals de deformaties van film-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 38