389 Zie Joh. E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 1578-1795, I (Haarlem 1903), blz. 393-395- Het was niet de koopman-gezant Coenraad Klencke, maar de Amsterdamse professor Johannes Klencke, die in 1660 de beroemde reuzenatlas aan koning Karei II van Engeland schonk (blz. 32). De ViNGBOON-atlas in het Algemeen Rijksarchief bevat getekende, geen gedrukte stadsgezichten en kaarten (blz. 68 en 75). Krayenhoff werd pas in 1815 in de adelstand verheven (blz. 76 en 203). En nu nog een opmerking, die meer de drukker dan de auteur treft. Het drukken van voetnoten onder aan de bladzijde schijnt tegenwoordig niet meer mogelijk te zijn, zodat men met een lijst van noten aan het eind van het boek genoegen moeten nemen. Maar laat men dan toch alle noten in één nummering afdrukken en niet per hoofdstuk nummeren en de lezer telkens laten zoeken in welk hoofdstuk hij bezig is. Na het schrijven van deze, misschien wel wat uitvoerige, be spreking, zond de schrijver mij toe „Een plan voor een bibliografie van de atlassen uitgegeven in de Nederlanden vóór 1800", overdruk uit Bibliotheekleven 47 (1962), blz. 669-676. Wij lezen hierin met vreugde, dat reeds een begin is gemaakt met het samenstellen van de bibliografie van de oud-Nederlandse atlassen en dat de verwach ting bestaat, dat deze bibliografie in 4 delen binnen zes jaren gereed zal zijn. Wij wensen de auteur met zijn medewerkers veel succes toe met deze arbeid, die aan allen die belangstellen in oude Neder landse kaarten en atlassen een onmisbaar standaardwerk zal schenken. B. van 't Hoff De Hoogtekaart van Nederland Tot nu toe heeft er in ons land dikwijls weinig contact en coördinatie bestaan tussen de verschillende instanties die terrein waterpassingen verrichten. Wel is van verschillende zijden op het grote belang van meer centralisatie en samenwerking bij het ver zamelen van betrouwbare hoogtegegevens gewezen en zijn ook pogingen daartoe ondernomen, maar tot een duidelijke en be vredigende afronding hiervan is men nooit gekomen. Hoewel de bestaande situatie deels is te verklaren uit het feit dat de belangen van de verschillende geïnteresseerden niet altijd parallel lopen, is hiervan echter bij herhaling het gevolg geweest, dat bepaalde ge bieden twee of meer keren zijn gewaterpast, terwijl andere gebieden waar evengrote belangstelling voor bestaat nog nooit gemeten zijn. Uiteraard is dit een ongewenste situatie, al was het alleen maar, omdat daarvan onnodige kosten en tijdverlies het gevolg zijn. Bij de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat en de Topo grafische dienst is daarom het voornemen ontstaan om een Hoogte- kaart van Nederland samen te stellen en uit te geven, die voor het merendeel der gebruikers van hoogtegegevens van belang kan zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 53