zoals de Kodak Plus-X-Aerecon in gedachten, die tot 40 lijnenparen/ mm kan scheiden bij laagcontrast objecten, mits de optiek van extreem goede kwaliteit is. Deze film is niet bijzonder snel (64 ASA in ,,thin base" uitvoering). De gewenste wordt dan 1,25 m, welke waarde op grond van andere overwegingen tot nominaal 90 cm werd teruggebracht. Is de film vastgelegd en is de helderheid van het object bekend, dan blijven als variabelen de sluitertijd en de lichtsterkte van het objectief over. Voor de sluitertijd werd 1/1000 sec*) gekozen, omdat dan de bewegingsonscherpte zonder toepassing van bijzondere maatregelen (zoals I.M.C., dat is Image Motion Compensation") beperkt blijft tot 60 cm bij een vliegtuigsnelheid van 600 m/sec (Mach 2). Een eenvoudige trillingsdemping kan bij deze sluitertijd trillingen van het vliegtuig voldoende isoleren. De gewenste lichtsterkte van de camera volgt uit de praktij kregel: belichtingstijd t 310-3 waarin T de zg. T-stofi, dat is de effectieve lichtsterkte van de lens, en ASA de filmsnelheid is. Deze regel geldt voor een gemiddeld landschap bij volle zon. Bij bedekte hemel is immers fotografie van grote hoogte uitgesloten. Voor t 1/1000 sec en ASA 64 leidt dit tot T 4,5 en hier mee is de keuze van een relatieve apertuur van 3,8 voldoende gemotiveerd. Het is thans nog niet mogelijk een lens te construeren met een relatieve apertuur van ongeveer //4, een brandpuntsafstand van ca. 1 meter en een veld van io° of meer, van voldoende kwaliteit om het scheidend vermogen van 40 lijnenparen op de genoemde film te realiseren. Hierdoor viel de keuze op het concentrische spiegel- systeem volgens Bouwers. Het optische systeem Zoals reeds op andere plaatsen is uiteengezet, ligt de charme van dit spiegelsysteem in de concentrische opbouw: de twee spiegels 5 en 6 in fig. 1) en de begrenzingsvlakken van correctorlens (4) hebben een gemeenschappelijk kromtemiddelpunt. Monochroma- tisch is er nog slechts één afbeeldingsfoutde askring, voorzover deze fout van de twee spiegels niet door de negatieve correctorlens wordt gecompenseerd. De kleurfouten van de correctorlens worden door het doublet (3) ter plaatse van de intreepupil gecorrigeerd. De restfouten zijn nog een gering secundair spectrum en een zeer ge ringe askring. Het beeldvlak (9) is eveneens concentrisch met een kromming gelijk aan de brandpuntsafstand. De afbeelding van het oneindig verre vlak is nu een centrale projectie op een bol en als zodanig is er geen vertekening. 340 Andere tijden zijn mogelijk, daar de sluiter verwisselbaar is.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 6