342
altijd op drie punten zijn bevestigd. Hierdoor kan de constructie
zeer licht worden en toch gepaard gaan met voldoende stijfheid en
grote mechanische precisie.
De totale camera weegt slechts 65 kg, ondanks de eis dat de nage
noeg astronomische kwaliteit van het objectief het nodig maakt
dat bijv. de kromtemiddelpunten van spiegels en corrector binnen
enkele honderdste mm blijvend moeten samenvallen.
Het bolvormige aandrukvenster (9, fig. 1) waartegen de film
mechanisch wordt gedrukt met een kracht van ca. 15 kg is zeer dun
gekozen, teneinde de afstand van film tot de gordijnsluiter onder
de aandrukplaat zo gering mogelijk te houden (hierdoor grote effi
ciency van de sluiter). Het 2 mm dikke venster (9) buigt merkbaar
door. Deze doorbuiging is bij oplegging op een cirkelvormige rand
radiaal symmetrisch en kwadratisch in de radiale afstand tot het
midden van het venster. Het gevolg is dat het venster bolvormig
blijft. Eerst na aandrukken van de film bezit het de juiste kromte
straal en komt de film binnen 10 urn op de juiste plaats.
T emperatuurinvloeden
Het is begrijpelijk dat bij camera's met lange brandpuntsafstand,
gecombineerd met hoog scheidend vermogen, temperatuurver
anderingen grote invloed kunnen hebben op de kwaliteit. In het
bijzonder geldt dit voor de lenscamera, die veel moeilijker tegen
temperatuurinvloeden te beschermen is.
Door de verschillen in uitzettingscoëfficiënten van de metalen en
glazen waaruit de camera is geconstrueerd, zal de plaats van het
beeld bij temperatuurverandering indien geen bijzondere maat
regelen worden genomen niet blijven corresponderen met de
plaats van het filmaandrukvenster. Door de grote warmtecapaci-
teiten en de veelal geringe warmteoverdrachtscoëfficiënten zullen
grote traagheden in het volgen van de omgevingstemperatuur op
treden. Volgt een niet geïsoleerd metalen objectiefhuis de omge
vingstemperatuur vrij snel, de correctorlens zal dit met uren durende
vertraging doen, de spiegel nog trager. Het is daarom noodzakelijk
de invloed van snelle temperatuurveranderingen te verminderen
door isolatie van de camera en temperatuurstabilisatie.
De TA 90-V-camera heeft wervelstroomverwarming, door een
thermostaat geregeld, van de stalen objectiefmantel. De tempera
tuur wordt gestabiliseerd op de waarde heersend bij het begin van
de vlucht. Vóór de vlucht zal de camera een vrijwel gelijkmatige
temperatuur bezitten overeenkomend met de gemiddelde om
gevingstemperatuur gedurende zegge het laatste etmaal. Bij de
constructie van de TA 90-V is er nu van uitgegaan, dat de tem
peratuur van het camera-compartiment gedurende de vlucht gelijk
blijft of lager wordt (eventueel zelfs 50° C in temperatuur daalt).
De gemiddelde temperatuur van de camera bij de start kan echter
nog liggen tussen 30° C en +450 C (poolstreken, tropen). Daar de
relatieve beeldvlakverplaatsing bij camera's met lange brandpunts-