78
Om tot bruikbare resultaten te komen moeten meerdere satellie
ten, zo mogelijk met onderling sterk afwijkende banen in het onder
zoek worden betrokken en men vindt tenslotte, eventueel na ver
effening, waarden voor een aantal significante factoren.
De zwaartekracht als geheel, hadden we gezegd, had van alle
op de satelliet werkende krachten de grootste uitwerking. Maar als
we nu ook zwakkere effecten van de zwaartekracht willen bestude
ren, moeten we ons afvragen of niet storingen door andere oor
zaken met de uitwerking van het zwaartekrachtveld kunnen
worden verward om aanleiding te geven tot onjuiste conclusies.
We denken hierbij aan de zwaartekrachtvelden van zon en maan,
aan de aardse dampkring, de stralingsdruk door de zon en aan het
magneetveld van de aarde. Met deze dingen moeten we voorzichtig
zijn en daar waar het niet gelukt dergelijke storende invloeden van
de werking van de zwaartekracht te scheiden, introduceren we
bewust of onbewust modelfouten en het zijn eerder deze onbekende
modelfouten dan de meetnauwkeurigheid die de betrouwbaarheid
van het uiteindelijke resultaat beperken.
In het kort nog iets over de resultaten. We kunnen ons het zwaar
tekrachtveld gekarakteriseerd denken door vlakken, meetkundige
plaatsen, van gelijke potentiaal, equipotentiaalvlakkenen waar het
gaat over de vorm van het zwaartekrachtveld, daar bedoelen
we de vorm van die equipotentiaalvlakken.
Dat het zwaartekrachtveld dan afgeplat zou zijn, hadden we te
verwachten, maar we wisten niet zo precies hoe en hoeveel. Dat
weten we nu beter, maar we weten nog meer: het zwaartekrachtveld
is niet symmetrisch ten opzichte van het equatorvlak, maar enigs
zins peervormig en dan wel met de steel bij de noordpool. Dit was
een verrassing. Bovendien blijkt het zwaartekrachtveld niet rotatie-
symmetrisch ten opzichte van de poolas: de equatoriale doorsnede
is afgeplat, elliptisch, zeggen we zolang we niet beter weten; een
ellips dus, waarvan de lange as het aardoppervlak snijdt in de
omgeving van Brazilië. Hiervan had men al enig vermoeden, maar
men was het er niet over eens.
Deze resultaten zijn belangwekkend, maar geodetisch toch nog
wat lastig te interpreteren. Daar valt nog wel iets over te zeggen.
Als satellieten de zwaartekracht voldoende gedetailleerd konden
meten, dan zou het geodetische randvoorwaardenprobleem, dat al
enige malen ter sprake was, ontaarden in een probleem dat veel
eenvoudiger ligt. Men zou dan zelfs de zwaartekrachtmetingen op
aarde kunnen staken. Maar zo gemakkelijk ligt het niet.
Satellieten meten namelijk geen plaatselijke waarden van de
zwaartekracht, zoals een gravimeter, maar het integrale effect
van de zwaartekracht, zoals de satelliet dat over langere tijd op
zijn weg ondervindt, Daardoor kunnen plaatselijke afwijkingen,
ook al zouden ze op grotere hoogte voelbaar zijn, niet worden
gescheiden van het algemene verloop van de zwaartekracht dat
gemeten wordt.