diverse problemen die samenhangen met de eerder behandelde
theorie. Dit slothoofdstuk is als bijzonder waardevol aan te merken.
In het bijzonder zij de aandacht gevestigd op paragraaf drie: de
betekenis van de normale kansverdeling voor of in de methode der
kleinste kwadraten. Het hoofdstuk besluit met het bespreken van
een vereffeningsmethode van Cauchy, nader bestudeerd door
Russische onderzoekers.
Een litteratuurlijst met 57 werken, alsmede vijf goed uitgekozen
tabellen van statistische functies besluiten het boek. Personen- en
zaakregister ontbreken echter geheel.
De uitvoering van het boek is niet fraai. Om de prijs niet al te
hoog te stellen is toegepast ,,non-letterpress setting and photo
lithography". Op zichzelf geen bezwaar, maar jammer genoeg is
de reproduktie wel eens niet al te duidelijk uitgevallen, wat het
lezen bemoeilijkt.
Met een laatste opmerking moge deze recensie besloten worden.
De schrijver is typisch mathematisch ingesteld. Beschouwingen
over de inschakeling van het gebruikte wiskundige model ontbreken
geheel, zoals bijvoorbeeld het zo uiterst moeilijke probleem van
het toekennen van gewichten aan waarnemingen. En juist dergelijke
beschouwingen bepalen de waarde van de interpretatie van deduc
ties in het model en van de uitschakeling van het model via toet
singstheorieën der mathematische statistiek. Het schijnt echter in
het algemeen usance te zijn deze stof achterwege te laten.
Mogen wij daartegenover de schrijver dankbaar zijn voor zijn
goedgeslaagde poging een samenvatting te geven van oude en
nieuwe theorieën, met zijn vele interessante en leerzame details.
Prof. ir. W. Baarda
A. C. Scheepmaker. Analyse van de waarnemingsresultaten
verkregen op het Geodetisch-astronomisch station op Curasao
tijdens het Internationaal Geofysisch Jaar 1957-1958 en
een onderzoek van het astrolabium A. Danjon.
Dissertatie Technische Hogeschool te Delft, 1963.
Op 13 februari promoveerde Ir. A. C. Scheepmaker op boven
aangehaald proefschrift bij Professor R. Roelofs. Hiermee kwam
de afsluiting van de bewerking van de vele waarnemingen uit het
tijdvak juli 1957 tot januari 1959, waar twee waarnemers, Ir.
J. Rolff die de leiding op Curagao had en de schrijver van dit
proefschrift, hun krachten aan hebben gegeven.
Het proefschrift bevat een opsomming van het instrumentarium
dat ter beschikking stond, waarvan ik slechts het volgende aanhaal
a) een meridiaan doorgangsinstrument, b) een DANjON-astrolabium,
c) een maancamera van Markowitz, cl) drie kwartsklokken, e) een
tijdseinenoscillograaf van De Haas,/) chronografen en g) een radio
ontvanger. Van elk van de astronomisch-geodetische instrumenten
82
Overgenomen uit ,,De Ingenieur".