schapsschoon enz. enz. Veel van deze informatie is ook te ver krijgen door waarnemingen ter plaatse te doen, doch hiermee zal in het algemeen veel meer tijd gemoeid zijn. Men moet zich wel realiseren dat terreinbezoek nooit geheel vermeden kan worden, omdat de uitkomsten van de interpretatie getoetst moeten worden ofwel omdat ten behoeve van deze interpretatie zg. „sleutels" moeten worden vastgesteld. Ongetwijfeld zal het gebruik van luchtfoto's tot een aanzienlijke tijdsbesparing leiden en dit te meer als de ingenieur zich weet te verzekeren van de hulp van, op het betrokken vakgebied deskundige, medewerkers. Voor het overzichtelijk registreren van de uitkomsten van de interpretatie kan van bestaande kaarten gebruik gemaakt worden, doch als deze ontbreken kan men uit de luchtfoto's nieuwe kaarten samenstellen. In vele gevallen kan het voordeel hebben deze regis tratie direct op de foto's uit te voeren. Hierbij kan men gebruik maken van de enkele opnamen, doch ook van daaruit samenge stelde mozaïeken of fotokaarten. Het voordeel hiervan is dat bij de vervaardiging ervan geen informatie wordt onderdrukt ten behoeve van een overzichtelijk kaartbeeld of ter vermijding van te hoge kosten iets wat bij de gebruikelijke kaarteringswijze regelmatig voorkomt. Aan een kaart wordt gewoonlijk de eis gesteld dat zij een afbeel ding geeft die gelijkvormig is met een projectie van het terrein op een horizontaal vlak. Een foto kan aan deze eis niet voldoen, daar zij in eerste benadering beschreven kan worden als centrale projectie op een vlak dat een willekeurige stand ten opzichte van de verticaal kan hebben. Bij vlak terrein is een nieuwe centrale projectie die de invloed van de eerstgenoemde elimineert, een zogenaamde „ontschranking", voldoende om de foto dezelfde meetkundige eigenschappen te geven als de kaart. Heeft men echter te maken met heuvelachtig gebied of bergterrein, dan is een gecompliceerder optische transformatie nodig, waarbij met de hoogteverschillen in het terrein rekening wordt gehouden. Onlangs is in de Verenigde Staten van Amerika een instrument in produktie genomen, de „orthophotoscope" genaamd, waarmee langs halfautomatische weg deze transformatie kan worden uitgevoerd. Indien men dit wenst kunnen uit aldus vervormde foto's fotokaarten worden samengesteld die aan hoge eisen van nauwkeurigheid voldoen en aan een gewone kaart gelijkwaardig zijn. Het lijkt alleszins de moeite waard te zijn om aan het gebruik van fotokaarten in samenhang met de uitkomsten van de fotoïnter- pretatie bijzondere aandacht te besteden en na te gaan in hoeverre hiermee steun aan het werk van de civiel-ingenieur kan worden gegeven. Ten aanzien van het resultaat van dit onderzoek ben ik optimistisch gestemd, hoewel het vinden van de meest economische werkwijze voor de toepassing onder variërende omstandigheden nog veel experimenteel werk zal vragen. In het overleg tussen de civieltechnicus en de geodeet zal het tot io8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 42