114 e.a. De schrijver heeft hier een eigen weg gekozen, die eenvoudig is en als resultaat één getal A geeft als maat voor de relatieve nauwkeurigheid. Deze A wordt berekend uit de verschillen tussen de op regelmatige afstand s in de hoogtelijn aanwezige hoogte afwijkingen waarin dvi Vi+l Vi\ Vi en u; I zijn de verschillen tussen de werkelijke hoogte en die volgens de hoogtelijn in de punten i en i i, die op een constante afstand s in de hoogtelijn liggen. Een bezwaar dat ook wel door de schrijver wordt onderkend is het feit dat A afhankelijk is van s. De betekenis van A als maat naast nu, is daarom m.i. niet zo groot; hoe kleiner s, hoe kleiner A zal zijn: bij s o wordt tenslotte A o. De conclusies van het hoogtelij nenonderzoek kunnen als volgt worden samengevatde voor de kaart i 5000 gestelde naukeurig- heidseisen worden ruimschoots gehaald voor alle opnameschalen; zo lang de terreinhellingen groter dan 3,5 zijn, kunnen de hoogte lijnen rechtstreeks fotogrammetrisch worden gekaarteerd; bij geringere hellingen, to minimaal 0,5 is het beter de hoogtelijnen te construeren uit hoogtepunten, waarbij een dichtheid van ca. 400 punten/km2 voldoende is; in het algemeen zijn wijdzicht- opnamen aan te bevelen. De laatste paragraaf bevat enkele opmerkingen over terrestrisch bepaalde hoogtelijnen. Vergelijking van de standaardafwijkingen van terrestrische en fotogrammetrische hoogtebepaling uit hoogte lijnen laat zien dat deze van dezelfde orde van grootte zijn, waarbij in aanmerking moet worden genomen dat aan de terrestrische metingen buitensporig veel aandacht en zorg is besteed, die in een normaal geval niet economisch verantwoord zijn. Naar de mening van de schrijver kunnen vroegere onbevredigende resultaten van hoogte-onderzoekingen vermoedelijk worden geweten aan een te onnauwkeurige terrestrische vergelijkingsbasis, daar deze veelal ontleend was aan reeds bestaand kaartmateriaal. Ondanks de enkele gemaakte aanmerkingen is de auteur m.i. volledig geslaagd in zijn opzette bewijzen dat de fotogrammetrie ruimschoots nauwkeurig genoeg is om de hoogtegegevens voor de kaart 1 5000 te leveren; eventuele vooroordelen kunnen in het licht van deze publikatie moeilijk worden gehandhaafd. Ir. P. A. Roos

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 48