123 bouw) in de toekomst deze factor beter op een ander getal dan 3 zal kunnen stellen. Aangezien dit geen ruilverkavelingskundig probleem is, maar meer een landbouwkundige kwestie, betrek ik de factor p l verder niet in mijn beschouwingen (zie ook de formule voor p - gepubliceerd in het Tijdschrift voor K. en L. van okt. 1962, pag. 306). q de lengte-breedteverhouding van een door wegen omsloten B vak. Bestudering van diverse plannen van toedeling, zoals gepubli ceerd in de verslagen over de jaren 1951-1960 van de Cultuur technische dienst, geeft een indruk van de grootte van q. Wij kunnen deze bij benadering aannemen op gemiddeld ifIn het alge meen zal q voor ruilverkavelingsgebieden schommelen tussen 1,5 en 2,0. r een rationaliseringsfactor van het verwerken van kleine kavels in het kopeinde van een vak. Deze factor is in de tekening van het voorbeeld vrij groot, maar haalt in de praktijk dit bedrag (1,25) beslist niet. Ik had mij aanvankelijk hiervan meer voor gesteld, doch een beschouwing van bovengenoemde toedelings plannen leerde anders. Globaal bezien zal r liggen tussen 1,05 en 1,15, zodat het gemiddelde voorshands te stellen is op 1,1. De gemiddelde wegenfactor zal men nu kunnen berekenen op C (1 -^= (1 —f= 0,44. 112Mpr 5/2/3,3 Wijzigingen in de samenstellende factoren p,qenr doen de wegen factor veranderen. Differentiëren naar de 3 veranderlijken (aannemende dat zij on afhankelijk zijn) geeft dc i\ 1 1 C voor p1 -j-^rp x dp q) 2 ]/r 2 p/p 2 p Q ACp Ap (voor het gemiddelde ACp 0,073 AP) 2 p dc 1 1 C voor qx d<7 2]lpr q2 q{q 1) 0,099 aq) ACq - A<7 (voor het gemiddelde ACq dc i\ 1 1 C voor r1 -|^7= X d r q] 2^p 2 r~jr 2 r C ACr Ar (voor het gemiddelde ACV °>2 Ay)- 2 r

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 57