de in één slag te overbruggen afstanden geen toepassing kan vinden. Deze techniek is bekend, want zij is niet nieuw, maar het lijkt zinvol hier toch nog even bij stil te staan, want we hebben hier te doen met een tweedimensionaal analogon van het driedimensionale geval, waarvoor we hier belangstelling hebben. Tweemaal worden op alle betrokken grondstations de horizontale richtingen naar de fakkel gelijktijdig gemeten en zo worden door voorwaartse snijding twee punten bepaald, die de twee te ver binden driehoeksnetten gemeenschappelijk hebben. Deze meting gebeurt met een speciaal uitgeruste theodoliet, waarbij de bijzondere uitrusting in hoofdzaak bestaat in fotografische registratie van de horizontale randstand. Want de waarnemer die het langzaam afdrijvende richtpunt moet volgen met de horizontale fijnbeweging, heeft daarvoor geen tijd. De sluiter van een automatische klein- beeldcamera wordt radiografisch bediend en hierdoor is de gelijk tijdigheid van de registraties binnen voldoend nauwe grenzen verzekerd. Het ligt voor de hand dat ook hier de reikwijdte wordt beperkt door de hoogte waarop wij een fakkel kunnen brengen en daarom blijven we voorlopig nog zitten met bij voorbeeld het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan tussen Zuid-Amerika en Afrika, een afstand van enkele duizenden kilometers, die we graag zouden zien overspannen. ,,Een raket", zou men zo zeggen en deze gedachte is inderdaad, zij het in iets gewijzigde vorm, naar voren gebracht, maar het is toch minstens belangwekkend te weten dat reeds in 1947 een trans-oceanische verbinding werd gemaakt tussen Brazilië en de Goudkust, een afstand van meer dan 5000 km, en dat in een tijd dat de raket nog geen alledaags artikel was! Op 20 mei van dat jaar hadden we een totale zonsverduistering, waarbij de totaliteitsgordel zich uitstrekte van Chili tot in de Soedan. Bij een totale zonsverduistering treft de kernschaduw van de maan het aardoppervlak en alle plaatsen op aarde waar de zon totaal verduisterd wordt, dus waar de kernschaduw passeert, liggen op de totaliteitsgordel. Door nu in twee of meer punten van die totaliteitsgordel vast te stellen hoe laat de maanschaduw passeert, bij voorbeeld door te meten hoe laat de totaliteit begint en hoe laat die eindigt, vindt men voorwaarden voor de onderlinge ligging van de betrokken waarnemingsstations op aarde en zo vonden Finse geodeten in 1947 de afstand tussen hun waarnemings posten in Brazilië en de Goudkust. Hierbij werd een nauwkeurigheid bereikt van ongeveer 1: 50000 en dat is vergelijkbaar, hoewel niet helemaal, met de nauwkeurigheid van continentale triangulaties. Maar voor een bepaald punt op aarde is een totale zonsverduistering een uiterst zeldzaam verschijnsel en een wolkje dat juist tijdens de kritieke minuten voor de zon schuift, doet de hele expeditie mis lukken en daarom is deze methode niet aantrekkelijk, temeer daar de nauwkeurigheid eigenlijk wat tegenvalt. Een zeker niet zeldzaam, maar minder opvallend verschijnsel is 7i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 5