Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde
129
Notulen van het openbare gedeelte van de
algemene ledenvergadering
gehouden op 27 oktober 1962 te Utrecht.
Aanwezig, volgens de presentielijst, 66 leden, t.w.J. R. P. Bakker,
Van Beek, Berends, Berendsen, Van den Berg, Van den Berge,
Van Berk, J. H. B. van Beukering, J. M. van Beukering, Bierma,
Bonekamp, Bruins, Degenhart, Docters van Leeuwen, G. C. Dogterom,
R. S. Dijkstra, Eggen, Feenstra, Van Gent, Glerum, Govers, H. H. de
Groot, W. J. Hemmes, Henssen, Hey, Homan, Ilsen, James, Joosten,
Kikkert, de Koning, Van Lent, Lok, Meelker, Meiborg, Van der
Most, E. Muller, Nieman, mej. Nottelman, te Nuyl, Van Osch, ter
Plegt, Prinsen, de Ridder, Rogge, Roös, H. P. K. Sanders, J. H.
Sanders, Schuurman, Snijder, Sonnenberg, Stoorvogel, Stuurman
Van der Tak, I. P. Toussaint, P. J. Toussaint, Ultee, Van Vliet,
Westerbeek, Wiersma, Witt, Wolters, Wolthuis, P. van der Wulp,
Wypkema, Wytema, alsmede de heren E. Meijer en L. Snijder namens de
Centrale van Hogere Ambtenaren, de heren G. Jacobs en J. Polman namens
het Landmeetkundig Gezelschap ,,Snellius" en Ir. L. Aardoom die een
inleiding zal houden over het onderwerp: De geodeet en de kunstmaan.
i. Opening. De voorzitter, Ir. M. J. te Nuyl, opent om 13.45 uur de ver
gadering met een woord van welkom, zich daarbij in het bijzonder lichtend
tot de inleider van deze middag, Ir. L. Aardoom. Daarna verwelkomt de
voorzitter ons oudste buitengewone lid, het oud-bestuurslid, de heer P. J.
ter Plegt. Een speciaal welkomstwoord richt de voorzitter tot de vertegen
woordigers van ,,Snellius". Hun aanwezigheid wordt te meer op prijs gesteld,
omdat het contact met „Snellius" meestal beperkt blijft tot een causerie
voor het gezelschap en zo nu en dan een financiële bijdrage.
De voorzitter memoreert, dat de toevloed van afgestudeerde geodetische
ingenieurs naar het kadaster de laatste tijd wel zeer gering is. Het bestuur
betreurt dit, maar hoopt dat binnen niet al te lange tijd een zodanige kli
maatsverbetering bij het kadaster mag plaats vinden, dat het voor de jonge
geodetische ingenieurs weer aantrekkelijk wordt een functie bij het kadaster
te bekleden. Het bestuur hoopt dit des te meer, daar er zich de laatste tijd
een zekere bezorgdheid onder de Delftse geodetische studenten manifesteert
over de plaatsingsmogelijkheden in het algemeen. Wellicht speelt hier mede
een rol dat studerenden van andere richtingen vette en lucratieve baantjes
krijgen aangeboden. Iets dergelijks zal in de geodesie wel nimmer plaats
vinden. Wil men als primaire eis stellen: „veel verdienen", dan moet men
geen geodesie gaan studeren. De voorzitter is van mening dat het nuttig is
dat „Snellius" deze zaken aan de orde heeft gesteld en daartoe binnenkort
op 9 november te Delft een symposium zal houden. Het onderwerp is
waard ook buiten „Snellius" veel belangstelling te trekken.
Het bestuur heeft zich afgevraagd of de K. en L.-traditie om op zaterdag
te vergaderen wel kan worden gehandhaafd. Vele verenigingen gaan er
toe over op een werkdag te vergaderen. Zolang het vergaderbezoek op zater
dag redelijk blijft zal het bestuur de traditie handhaven. Mocht de vergade
ring er anders over denken, dan is er bij de rondvraag gelegenheid om op dit
onderwerp terug te komen.
Staande herdenkt de vergadering, door enige ogenblikken stilte in acht te
nemen, de heren J. D. Dik en K. F. K. Libois, respectievelijk overleden op
9 mei en 16 juli van dit jaar.
Gelukkig zijn er niet alleen sombere zaken te memoreren. Zo heeft het het
bestuur verheugd, dat dit jaar aan de leden Ir. F. Harkink en G. Kikkert
een koninklijke onderscheiding is ten deel gevallen.