132
lijk, dat het er nu niet om gaat de vergadering een definitieve goedkeuring
te vragen tot doorvoering van de fusie. Het gaat er om dat de vergadering
zich in principe met het voorstel kan verenigen en dat aan het bestuur mach
tiging wordt verleend om op de ingeslagen weg door te gaan en de plannen
verder uit te werken in samenwerking met de Vereniging van CL's en GI's,
zonodig door de benoeming van een kleine gemeenschappelijke werkcom-
missie.
Tenslotte leest de voorzitter de juist ontvangen brief van de Nederlandse
Vereniging voor Fotogrammetrie voor. Daarin wordt opgemerkt dat het
voortbestaan van de N.L.F., zij het misschien in een andere vorm, aanbeve
ling verdient, o.a. in verband met de N.L.F.-diploma's; dat het nu reeds
contact zoeken met de Stichting Nederlands Genootschap voor Landmeet
kunde gewenst wordt geacht; dat de eventuele fusie tussen de Vereniging
van CL's en GI's en de Vereniging voor K. en L. onafhankelijk van het
voortbestaan van de N.L.F. kan worden bezien; dat het verschaffen van de
mogelijkheid, binnen de N.L.F., aan de nieuwe vereniging van geodetische
ingenieurs, de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie en de Stichting
Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde een band te leggen tussen
het toch al geringe aantal beoefenaren van de landmeetkunde in ons land,
belangrijk is; dat het mogelijk moet zijn om het Tijdschrift voor Kadaster
en Landmeetkunde (voor de nieuwe vereniging van geodetische ingenieurs) en
het tijdschrift Geodesia (voor de Stichting N.G.L.) naast elkaar te laten
voortbestaan; dat in de F.I.G. dan het totale aantal leden van de N.L.F.
wordt opgenomen; dat de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie
de binding in de N.L.F. niet behoeft, omdat zij een min of meer zelfstandig
bestaan voert, doch dat zij zeer wel de ideële kant van een dergelijke binding
inziet.
Blijkens de brief van de Afdeling Groningen-Friesland-Drenthe kan deze
afdeling wel akkoord gaan met de voorgestelde ontwerp-regeling, mits op
geen enkele wijze afbreuk wordt gedaan aan de wijze waarop het doel der
vereniging, zoals dat omschreven is in artikel I, lid b, van de statuten,
wordt nagestreefd. Tevens stelt deze afdeling als voorwaarde dat een verder
uiteen drijven van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde en de
Vereniging van Civiel-landmeters en Geodetische ingenieurs aan de ene
kant en de Ned. Ver. voor Fotogrammetrie aan de andere kant wordt
voorkomen. Blijkens de brief van de Afdeling Breda voelt deze afdeling wel
voor de vorming van één vereniging mits de vakverenigingsbelangen in de
toekomst op dezelfde wijze worden behartigd.
Ir. J. van Vliet uit zijn waardering voor de ontworpen regeling, maar
meent dat het gewenst is artikel 9 aan te vullen met een ballotagebepaling.
Verder is hij van mening dat artikel 14a tot moeilijkheden aanleiding zou
kunnen geven. Aansluiting van de sectie bij één der zuilen zou voor sommigen
bezwaarlijk kunnen zijn, terwijl het verplichte sectielidmaatschap het
onmogelijk maakt om dan geen lid te zijn van die vakvereniging.
De voorzitter antwoordt dat noch K. en L., noch de Vereniging van CL's
en GI's ballotage kennen. Ook is er in de 78 jaar dat K. en L. bestaat nimmer
behoefte aan geweest. Het bestuur ziet geen redenen om tot invoering van
ballotage over te gaan. Hoogstens zou artikel 9 kunnen worden aangevuld
met een bepaling dat het bestuur bij aanmelding als lid de aanmelding moet
goedkeuren. Wat betreft de verplichte aansluiting bij de secties en het
lidmaatschap van de sectie van een erkende vakvereniging kunnen er voor
K. en L. geen moeilijkheden ontstaan, want de bestaande toestand wordt
gehandhaafd. K. en L. blijft vereniging ,,17" bij de C.H.A. De sectie Kadaster
en K. en L. zijn als zodanig identiek. De sectie c kan zich niet aansluiten bij
de C.H.A., want de leden daarvan zijn geen ambtenaar. Voor de sectie b,
waarvan de leden over het algemeen werkzaam zijn bij gemeentelijke of
provinciale instanties, alsmede bij de Meetkundige dienst van de Rijks
waterstaat, ligt dit anders. Bij de huidige constellatie is bij erkende vak
organisaties natuurlijk gedacht aan de Centrale van Hogere Ambtenaren,
waarin de Centrale van Hogere Gemeenteambtenaren zal worden opgenomen.