VERSCHILLENDE ONDERWERPEN
Ir. W. J. J. VAN LENT,
De elektro-planimeter (Z 80)1
Een der taken van de geodesie is het maken van een getrouwe
kopie van het terrein op een kaart of een plattegrond. De ont
wikkeling van de elektronica en van de instrumentele techniek
heeft vooral sedert 1945 vele mogelijkheden geboden tot gedeelte
lijke mechanisering en automatisering van de landmeetkundige
werkmethoden, die leiden tot het eindprodukt: de kaart. Foto
grafische vastlegging van waarnemingen, fotogrammetrie, elektro
nische rekenmachines, elektronische afstandmeters, automatische
kaarteerinstrumenten, zij allen dragen bij tot de gedeeltelijke
mechanisering van de totale geodetische arbeid.
In mijn inleiding beperk ik mij tot de mechanisering in de grootte
bepaling van percelen en ik stel mij voor de huidige mogelijkheden
nader te bezien.
Voor de groottebepaling onderscheidt Harkink in zijn publikatie
„De bepaling van de grootten der percelen" drie methoden: de
numerieke, de grafische en de grafisch-numerieke methode.
In de numerieke methode wordt de grootte verkregen als resul
taat van een berekening uit gemeten of berekende maten. De gra
fische methode wordt gekenmerkt door het afleiden van de grootte
rechtstreeks uit een op schaal getekende plattegrond van het
perceel. Combinatie van berekening en plattegrond wordt gedefi
nieerd als de grafisch-numerieke methode.
Beschouwen we eerst de numerieke methode, dan is hier een veel
voud van wijzen van uitvoering mogelijk; in hoofdlijnen zijn deze
te onderscheiden in:
1. Berekening van de grootte rechtstreeks uit gemeten lengten of
uit daaruit afgeleide maten. Afhankelijk van de vorm van het
perceel zal steeds worden gezocht naar toepassing van eenvou
dige meetkundige constructies voor de groottebepaling. Door de
variatie der constructies en dt> voor elk perceel verschillende
maten is mechanisatie, anders dan met behulp van de traditio
nele rekenmachines nog weinig interessant.
2. Berekening van de grootte van het perceel uit de coördinaten
van de hoekpunten. Voor de groottebepaling van alle percelen
geldt dan één meetkundige constructie, waarbij tevens de coördi
naten van elk hoekpunt voor meer dan één perceel worden
benut. De uniformiteit van de berekening leent zich goed voor
mechanisatie.
Kort geschetst is de gang van zaken als volgt
Hoofd van de Ruilverkavelingsdienst in de Provincie Zeeland
l) Voordracht tijdens de studiedag van de N.L.F. te Arnhem op 19 april 1963.