175
omwerking te worden overgebracht op een informatiedrager die
als invoermedium voor een elektronische rekenmachine x) kan
dienen.
4. Het ontwikkelen van een zo breed mogelijk opgezet rekensysteem
dat algemeen bruikbaar is.
5. Het vastleggen van tekenopdrachten op een informatiedrager
(uitvoermedium van de E.R.) die als invoermedium kan dienen
voor de elektronische tekenapparatuur 2)
Het is daarom van belang dat er landelijk studiecommissies wor
den opgericht, die voor iedere vorm van opneming een eenduidige
meet- en registratiemethode opstellen, een algemeen rekensysteem
ontwikkelen en de fabrikanten adviseren over gewenst instrumen
tarium.
Het zal duidelijk zijn dat de aanschaffing van meetinstrumenten,
rekenapparatuur en tekenapparatuur niet los van elkaar kan ge
schieden, maar zeer gericht op elkaar moet worden afgestemd.
2.2. Mogelijke uitwerkingsmethoden
In fig. 1 is schematisch aangegeven volgens welke mogelijke en
wenselijke methoden men kan komen tot de grafische voorstelling
van de uitgewerkte meetgegevens. Hierbij is onderscheid gemaakt
tussen
I De klassieke methode.
II Mechanisch-elektronische methoden voor digitale meetgegevens.
III Mechanisch-elektronische methoden voor analoge meetgegevens.
De in 2.1. genoemde fasebewerkingen A, B, C en D zijn voor II
nader uitgewerkt.
Opneming (1)
Daar instrumentkeuze en meetmethode afhankelijk zijn van het
soort opneming, kan er niet nader op worden ingegaan.
Registratie (2-6)
Beschouwt met de registratievormen van II, dan blijkt registratie
alleen praktisch uitvoerbaar te zijn op:
formulieren ingericht als ponsdocument (2)
marksensing-kaarten (3) 3).
De andere registratievormen
ponsregistratie-apparatuur (4)
directe mechanische registratie (5)
film en/of geluidsband (6)
zijn voor praktische toepassing nog niet geschikt, zodat de ont
wikkeling op dit gebied moet worden afgewacht.
De registratie is de zwakste schakel in de hier aangegeven keten
b Hier verder aangeduid als E.R.
2) Hier verder aangeduid als E.T.
3) Verder ook wel aangeduid als M.S.-kaarten.