De ontwikkeling die Seifers heeft doorgevoerd bestaat daarin,
dat hij in wezen slechts met twee rekenprogramma's te maken
heeft voor alle landmeetkundige berekeningen die in de dagelijkse
praktijk voorkomen.
Het ene programma, de trigonometrische Punkteinschaltung",
dat nog niet is gepubliceerd, zal ook wel de snelliuspuntberekening
omvatten, het andere programma, „Katastervermessung", omvat
alle mogelijkheden van veelhoeksberekening, meetpuntberekening,
snijpuntberekening, berekening van een voorwaartse richting e.d.|
terwijl hierin o.a. ook sorteerprogramma's en programma's voor
de bepaling van goniometrische functies zijn opgenomen. Hierdoor
is het mogelijk, indien men tenminste over een machine met een
capaciteit als die van de Zuse Z 23 beschikt, het gehele vraagstuk
van puntsbepaling voor een kadastraal plan of voor een kadastrale
sectie tegelijk te behandelen.
De uitvoerige beschrijving van het programma 3) wordt voor-
afgegaan door een overzicht van het aantal geheugenelementen dat
voor elk programma-onderdeel nodig is met daarbij de adressen van
deze onderdelen (§2). Bij de programmering is er steeds van uit
gegaan dat het aantal te coderen en te onthouden bevelen minimaal
moet zijn. Er kan dan een maximum aantal coördinaten worden
getransformeerd of berekend. Dit komt weliswaar niet altijd de
snelheid waarmee de computer werkt ten goede, maar deze wordt,
zoals terecht is opgemerkt, toch voor een goed deel bepaald door dé
snelheid waarmee de resultaten uit de machine worden uitgevoerd.
Een bedieningsinstructie betreffende het programma is in 4
opgenomen. Enkele rekenvoorbeelden zijn in 5 toegelicht. In een
aanhangsel vinden we o.m. het geheel uitgeschreven programma. Een
veldwerk betreffende de hermeting van Dachau, waaraan de reken;
voorbeelden zijn ontleend, besluit het zeer logisch opgezette opstel.
Met het bovengenoemde werk, dat is tot stand gekomen in nauwe
samenwerking met het Institut für Angewandte Geodasie te Frank
furt a.M., heeft Seifers de landmeetkundige wereld een goede
dienst bewezen. Waar men in dit vakgebied nog wat terughoudend
stond tegenover automatisering van het rekenwerk, heeft men nu
de gelegenheid gekregen de mogelijkheden ten behoeve van het
dagelijks weerkerende werk zelf te aanschouwen. Bestudering van
Seifers' werk, dat ook typografisch goed is verzorgd, wil ik gaarne
aanbevelen. Ir. H. L. van Gent
Ernst P. Billeter. Der praktische Einsatz elektronischer Re-
chenautomaten. 15x23 cm, 130 blz., 40 diagrammen. 1961.
Wien, Springer-Verlag, f 21.45.
Onder de ondertitel „Einführung in die Programmierung und
den betriebswirtschaftlichen Einsatz elektronischer Rechenauto-
maten" geeft de auteur, die leider is van het Instituut voor Auto
matisering en docent voor statistiek en automatisering aan de
universiteit van hreiburg (Zwitserland), een beschrijving van de
222