elektronische rekenmachine, de programmering en de verwerking van problemen. Hij maakt daarbij gebruik van de ervaringen die hij heeft opgedaan als wetenschappelijk leider van de Swiss Automa tion Tour to the USA in 1959 en i960. In de eerste afdeling wordt een beschouwing gegeven over de rekenautomaat tegen de achtergrond van de cybernetica. Daarna wordt op zeer onderhoudende wijze het onderscheid duidelijk ge maakt tussen analoog werkende rekenmachines en digitaal werkende machines. De eerstgenoemde machines blijven in de verdere loop van het verhaal buiten beschouwing. Van de digitaal werkende rekenmachine wordt het principe, zijn opbouw en zijn werkwijze beschreven. In de tweede afdeling geeft de schrijver allereerst een overzicht over de grondbegrippen die bij de programmering van belang zijn. Daarna bespreekt hij de systematische indeling van elektronische rekenmachines in klassen, zulks met betrekking tot de programme ring. De tabel op blz. 61 illustreert een en ander zeer duidelijk. Na een bespreking van enige programmeringstcchnieken en van metho den voor het opsporen van fouten in een programma wordt een paragraaf gewijd aan de automatische programmering. In de derde afdeling wordt aandacht geschonken aan het begrip automatisering. Belangrijk bij het inzetten van elektronische rekenmachines is de omschrijving en de analyse van de optredende vraagstukken. Hieraan worden slechts korte paragrafen gewijd. Over de beweeg redenen die hebben geleid tot het inzetten van elektronische reken machines in diensten en bedrijven, worden tenslotte interessante mededelingen gedaan. De gegevens hiervoor werden ontleend aan een enquete in de Verenigde Staten. Samenvattend kan worden gezegd, dat de schrijver heeft getracht een evenwichtige en princi piële beschrijving te geven van alle problemen die zich bij het werken met een elektronische rekenmachine kunnen voordoen. In het alge meen is daarbij geen begrip gehanteerd zonder dat dit is verklaard. Het boek is daardoor zeer bevattelijk en het verdient de aandacht van hen die zich wat meer in de mogelijkheden van de elektronische rekenmachine willen verdiepen. Ir. H. L. van Gent Dr. D. Burger Hzn. Samenwerking bij indeling en gebruik van grond in Nederland. Uitgever: G. W. van der Wiel en Co., Arnhem. 1962, 398 bladzijden met 57 figuren en 12 tabellen. Het boek is ontstaan uit een initiatief van de directeur van het Instituut voor toegepast biologisch onderzoek in de natuur (Itbon) De bedoeling van het boek is een bijdrage te leveren tot verbetering van wederzijds begrip en verhoging van wederzijdse waardering van hen, die werkzaam zijn in een van de sectoren van onze samen leving, betrokken bij het grondgebruik. De schrijver heeft het boek in vier afdelingen verdeeldAfdeling 223

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 89