vrij eenvoudige en niet omvangrijke ruiling van eigendom tussen eigenaren, hoofdzakelijk ten behoeve van het bijeenbrengen van gronden is" (blz. 316) inmiddels door de feiten achterhaald. Ook de gedachte dat „grond een middel levert tot werkverschaffing, waarbij men in handwerk gaat doen wat anders met de machine gebeurt" (blz. 288) zal bij velen geen ingang meer vinden. De stelling dat de boer door een verkeerde economische opvatting „vaak genoegen neemt met een prijs voor produkten, lager dan hij economisch beschouwd zou moeten zijn" (blz. 286, 291) zal vaak niet meer opgaanalleen, de boer moet wel genoegen nemen met die lage prijs. De schrijver neme het mij niet kwalijk dat de paragraaf „Ver andering van schaal" (blz. 22), waarin de begrippen schaalver groting en schaalverkleining worden behandeld, mij alleen maar verwart. Het woord schaal met zijn twee totaal verschillende betekenissen zal mij hier wel parten spelen. Ik zou de bedoelde verschijnselen liever op een andere manier omschrijven. Nu ik toch over schalen sprak, wil ik gaarne nog opmerken, dat het mij ver baasd heeft, dat de schrijver bij de behandeling van „basismateriaal" (blz. 371) alleen spreekt over kaarten op kleine schaal. Het bestaan van kaarten op grote schaal, nodig bijv. voor uitbreidingsplannen (kadastrale plans, rivierkaarten, enz.), wordt niet aangeroerd; evenmin zegt hij iets over een zeer belangrijk basisgegeven, nl. de luchtfoto, al dan niet op schaal. Het is niet te verwonderen dat men op een dergelijk werk, dat zo omvattend is enige kritiek kan uitoefenen. Voor de sector- deskundige, optredend als recensent, is het in een dergelijk geval niet moeilijk, een aantal opmerkingen te maken. In dit licht moet men het hiervoor geschrevene bezien. Daarom verdient het werk van Dr. Burger alle waardering. Ik geloof dat hij erin is geslaagd een goed beeld te geven van de vele problemen die, in een geordende maar steeds gecompliceerder wordende samenleving, bij het gebruik en de verdeling der gronden om een oplossing vragen. Raadpleging van dit werk door studenten die zich op een of ander terrein der planologie bekwamen, maar ook door de sector-vakmensen, waartoe toch zeker vele geodeten mogen worden gerekend, kan warm worden aanbevolen. Prof. ir. G. F. Witt Statistische dag 1 963 Getrouw aan de gewoonte was de Statistische Dag ook dit jaar door de organisatoren van een pakkend motto, „Gissen en beslissen", voorzien. Een andere gewoonte die werd gehandhaafd was de plaats van samenkomst, het Kurhaus te Scheveningen, een ge woonte, mede bepaald door de ruimte, nodig om het steeds groeien- 225 x) Cursivering van de ondergetekende.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 91