259 Litteratuuroverzicht Walter Grossman, Vermessungskunde 1, Stückvermessung und Nivellieren. Sammlung Göschen, Band 468, 142 biz., 117 figuren, 10,5x15,5 cm. nde verbeterde druk 1962. Prijs DM 3,60. Over het algemeen staan de uitgaven van de Sammlung Göschen goed aangeschreven bij diegenen, die in kort bestek de grond beginselen en feitelijkheden betreffende een bepaald vak willen nalezen. Dit boekje nr. 468 zal hierop wel geen uitzondering maken, zij het dan, dat zulks niet voor elk onderdeel in dezelfde mate zal opgaan. Summier worden de verschillende projectievlakken, de eerste beginselen van de waarnemingsrekening (met betrekking tot gemiddelde waarnemingen en de voortplantingswet)voorts het uitzetten en meten van rechte lijnen behandeld. In „Hof" vinden we dit laatste uiteraard veel uitgebreider. De prisma's krijgen daarentegen wel meer aandacht, evenals het meten met latten; dit laatste is echter voor ons minder interessant. Het meten met het bij ons algemeen ingevoerde smalle rolbandje van 20 of 30 m wordt beschouwd als een methode, die een rustige hand en veel ervaring vergt! Met betrekking tot de coördinatenberekening beperkt men zich tot de meetpuntenberekeningvoorts lezen we iets over het vervaar digen van ruitennetten en het werken met de pantograaf. Bij de grafische groottebepaling worden onder meer de harp en de com- pensatie-poolplanimeter behandeld. Aan de nauwkeurigheidsbeschouwingen betreffende het lengte- meten en de groottebepaling zullen wij in de praktijk weinig heb ben, mede omdat de H.T.W. andere normen stelt. Het waterpassen wordt ingeleid door een tamelijk uitvoerige behandeling van het niveau; de theorie betreffende de meetkijker is zeer eenvoudig gehouden. De diverse afbeeldingsfouten worden verklaard, evenals de vergroting, het gezichtsveld en de helderheid de kwestie van de hoofdvlakken en de brandpuntsafstand van een lenzensysteem wordt omzeild. De technische omschrijving van di- verse waterpasinstrumenten is weer vollediger; aan de instrumenten voorzien van een compensator voor automatische horizontaal stelling van de vizierlijn is een apart hoofdstukje gewijd, dat een aardig overzicht geeft van wat er momenteel op dit gebied op de markt is. De verschillende methoden van waterpassen krijgen vol doende aandacht. Het overbruggen van zeer grote afstanden wordt niet besproken. De formules betreffende de nauwkeurigheid zijn dezelfde als die wij vinden in „Schermerhom", met dien verstande dat de toleransen voor de doorgaande waterpassing daar wat ruimer worden gesteld. Samenvattend meen ik te kunnen stellen, dat dit boekje ons, zeker wat het landmeten betreft, niet veel nieuws brengt, doch dat

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 27