271 De verschillen in de coördinaten van de middens der schoorstenen zijn in tabel i verzameld. Uit deze verschillen werden relatieve standaardafwijkingen be rekend: mx= ca. 2,1 cm my ca. 3,4 cm. Hoewel er plaatselijk een duidelijke invloed is aan te wijzen van afwijkingen in de basispunten van waaruit is ingesneden, voorna melijk in de y-richting d.w.z. in de lengterichting van de veelhoek, zijn de verschillen daarvoor niet gecorrigeerd, zodat de standaard afwijkingen die werden berekend uit deze resultaten geen geflatteerd beeld geven van de relatieve ligging der schoorstenen en zeker niet van twee naburige schoorstenen. Voor het gebruik van deze coördinaten bij de vergelijking van de fotogrammetrische resultaten, werd het gemiddelde van de twee bepalingen aangehouden. De relatieve nauwkeurigheid van de terrestrische coördinaten is dan te stellen op mx ca. 2 cm en my ca. 3 cm. De fotogrammetrische bepaling Een fotopaar waarop een aantal van deze schoorstenen voorkomt, werd uitgewerkt in het instrument Wild A-8, zonder gebruik van compensatieplaten voor vertekeningsfouten, op de modelschaal 1/3000. De oriëntering geschiedde met behulp van vier paspunten die in de hoeken van de overlapping waren gelegen. Van 16 schoor stenen, die in een noord-zuid strook van 250 meter ongeveer in het midden van de overlapping waren gelegen, werden éénmaal machine coördinaten afgelezen, die door een gelijkvormigheidsaansluiting werden omgerekend in terrestrische (RD-)coördinaten. Bij deze uitwerking werd de instelbaarheid gekwalificeerd met g (goed) of m (matig). De indruk werd verkregen dat er geen nadelige invloed ontstond door de aanwezigheid van uitstekende delen (antennes, uitmondingskanalen). Matige instelbaarheid werd hoofdzakelijk ondervonden door de schaduwwerking. De fotogrammetrische uitwerking werd, met tussenpozen van enkele maanden, tweemaal herhaald door dezelfde, matig ge routineerde, waarnemer (auteur), beide malen op de modelschaal 1/2500. Dezelfde werkwijze werd gevolgd. In tabel 2 zijn de verschillen vermeld van de resultaten van iedere proef ten opzichte van de terrestrische meting. Om meer inzicht te verkrijgen in de nauwkeurigheid van de in stelling, werden de afstanden berekend tussen naburige schoor stenen: uit 16 punten 8 afstanden die varieerden van 5 tot 40 meter. Uit de 24 verschillen met de afstanden berekend uit de terrestrische meting volgt een standaardafwijking van ca. 8 cm, hetgeen over eenkomt met een standaardafwijking van ca. 5,5, cm in de instelling van ieder punt. Bij de paspuntsbepaling wordt in de praktijk veelal gebruik ge maakt van insnijdingsmethoden en veelhoeksmeting met daaraan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 39