In totaal werden acht bases gemeten: een door MacLear, twee in 1882-93 en vijf in 1903-08 met een gemiddelde lengte van 16 km. De lengte van alle bases is uitgedrukt in de zogenaamde tien voet lange „Cape Standard Bar A", die is gestandardiseerd in termen van de internationale meter. De enige betrouwbare meter-voet verhouding, de betrekking van Clarke (1866), werd gebruikt om de Cape Standard Bar uit te drukken in Engelse voeten, maar deze relatie is gebaseerd op de wettige meter. De Standard Bar is dus uitgedrukt in een fictieve eenheid, de Zuidafrikaanse geodetische voet of S.A.G. voet. De triangulatie is berekend op de spheroïde van Clarke (1880), waarvan de halve lange as a 6 378 249,145 int. m en de afplatting 1/293,465. Omdat de S.A.G. voet was gebruikt, is de triangulatie in werkelijkheid berekend op een ge wijzigde spheroïde met a 6 378 249,145 326 int. m en een af platting 1/293,466 307 656. De vereffeningsmethode is ontleend aan die welke in India werd gebruikt, met dit verschil dat in Zuid-Afrika rechthoekige spheroïdi- sche coördinaten volgens de projectie van Cassini-Soldner zijn gebruikt in plaats van geografische coördinaten. In de eerste fase zijn de kettingen tussen twee knooppunten als een vrije ketting ver effend en daarna zijn omtrek,- azimut- en basisvoorwaarden in gevoerd. Uit de sluittermen van de driehoeken is de standaard afwijking in de enkele hoek geschat op 0,50". De driehoeksmeting en waterpassing begonnen pas op grote schaal met de instelling van het kantoor van Driehoeksmeting in 1919. De eerste directeur, Dr. Van der Sterr, voerde de conforme projectie van Gauss in met zones van twee graden. De oorsprong van iedere zone is het snijpunt van de 17e, 19e 31e meridiaan met de evenaar. De +A-as (0°) is naar het zuiden gericht en de +Y-as (90°) naar het westen. De vergroting aan de randen is 1:7000, zodat het stelsel zonder moeilijkheden voor kadastrale metingen kan worden gebruikt. In de jaren dertig zijn nog drie kettingen met twee bases gemeten en voor 1963 is de meting van een zevenhonderd kilometer lange ketting met de tellurometer gepland in het gebied onmiddellijk ten zuiden van LSechuanaland. Van de in Zuid-Afrika uitgevonden tellurometer wordt veel gebruik gemaakt. Primaire triangulatie tussen de kettingen met zijden van vijf en dertig tot veertig kilometer begon in de jaren twintig. Het net wordt eerst streng vereffend als vrij net. Uit de gegeven punten wordt een schaalfactor en daarna onder gebruikmaking van het zwaartepunt van die punten een draaiing voor het gehele net berekend. Stel nu dat het verschil tussen de oude en nieuwe coördinaten van de ge geven punten dx en dy is, dan krijgen de overige punten een cor rectie die gelijk is aan het gewogen gemiddelde van alle dx en dy, met gewichten omgekeerd evenredig met de afstand. Tegenwoordig wordt aan de coördinaten-variatie-methode, het tweede standaard vraagstuk, de voorkeur gegeven. 283

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 51