288
Prof. ir. G. F. WITT,
Een onderzoek naar de nauwkeurigheid van de
schatting bij ruilverkaveling
Welke waarde wordt geschat
Indien in een ruilverkavelingsgebied grond van verschillende
kwaliteit voorkomt is het noodzakelijk de grond te schatten. Aldus
kan worden bereikt dat een belanghebbende (eigenaar of pachter)
na de ruilverkaveling grond van dezelfde kwaliteit terug ontvangt
als hij voor de ruilverkaveling in gebruik had. Krijgt hij eventueel
grond van mindere kwaliteit terug, dan zal hem een grotere opper
vlakte dan hij voorheen bezat worden toebedeeld, en omgekeerd.
Om de verhouding tussen de ingebrachte en toebedeelde opper
vlakte zo eerlijk mogelijk te kunnen vaststellen is het nodig de
waardeverhouding tussen de verschillende in een ruilverkaveling
voorkomende grondkwaliteiten te bepalen, d.w.z. dat men de grond
schat.
De waarde van één ha grond kan men op verschillende wijzen
uitdrukken, bijv. als:
1. De algemene verkeerswaarde (handelswaarde), waarbij specu
latieve verwachtingen een grote rol kunnen spelen (ligging aan
verharde weg of in uitbreidingsplan).
2. De agrarische verkeerswaarde. Hierbij kan in het bijzonder de
ligging van de grond t.o.v. de bedrijfsgebouwen invloed op de
waardebepaling uitoefenen. Hetzelfde stuk grond zal voor een
gebruiker die er dichtij woont meer waarde hebben dan voor
een die er ver vanaf woont.
3. De netto-opbrengst, die wordt verkregen door de bruto-opbrengst
te verminderen met de kosten (arbeidsloon, afschrijving materiaal
en gebouwen, kosten zaaigoed, mest, enz.).
4. De bruto-opbrengst.
5. Een combinatie van netto- en bruto-opbrengst; deze wordt in
Zweden als uitgangspunt voor de schatting gebruikt.
Zowel de netto- als de bruto-opbrengst is sterk afhankelijk van de
bekwaamheid van de gebruiker, het bedrijfstype en de grootte
van het bedrijf.
De hiervoor genoemde waarden leveren geen objectieve maatstaf
voor de ruilwaarde en hierom gaat het toch vooral bij de ruil
verkaveling. Men gebruikt derhalve in vrijwel alle landen van
Europa waar ruilverkaveling wordt toegepast als grondslag voor
de waardebepaling
6. Het natuurlijk voortbrengend vermogen van de grond. Hierbij
wordt in feite de vruchtbaarheid van de grond gewaardeerd,
waarbij men zich niet afvraagt of het betreffende stuk grond bij
een groot of een klein bedrijf behoort, hoe groot de afstand van
hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft: