298
dat deze opgave tot nu toe aan de schatters werd overgelaten, die
hun taak moeten vervullen met behulp van een clausule in het
proces-verbaal die ongeveer zo luidt:
„de cultuurgrond wordt gewaardeerd in klassen van 500.tot
en met 4 800 per ha met intervallen van 100.per ha".
Meestal zijn dan in een bijlage enige profielen beschreven als
leidraad.
Ik meen echter dat de leidraad veel positiever en éénduidiger
moet zijn. De schatters moeten minder keus hebben, niet gemakke
lijk met honderd gulden per ha kunnen manipuleren. Zij dienen
zich steeds bewust af te vragen: Komt dit profiel dat we nu bezien
het meest overeen met profiel X of IX of XI. Het werk van de
schatters wordt eenvoudiger, dat van de afdeling onderzoek moei
lijker, maar naar het mij lijkt doeltreffender.
Tenslotte moet aan elke klasse nog een waarde worden toegekend.
Daar de grondprijzen in de komende tijd nogal aan schommelingen
onderhevig zullen zijn, rijst de vraag of het niet gewenst is de
waarden in punten uit te drukken en op een voor elke ruilverkave
ling nader te bepalen tijdstip de waardering in punten om te
zetten in geld.
Als slotconclusie moge worden gesteld dat het in andere landen
gevolgde schattingssysteem met een geringer aantal klassen na
volging verdient en dat men door toepassing van dit systeem zeer
zeker niet onnauwkeuriger schat, dan volgens de huidige in Neder
land gevolgde methode.
Litteratuur
(1) Dr. E. Lang: Aktuelle Probleme der Schatzung, Wegenetzgestaltung
und Neueinteilung im Flurbereinigungsverfahren.
Aus dem Institut für Bau- und Kulturtechnik der Rheinischen Friedrich
Wilhelms-Universitat Bonn. 1957.
Verder wordt hier nog de aandacht gevestigd op de publikaties:
(2) T. Hahn Die Schatzungsmethoden der Flurbereinigung in den deutschen
Landern und im benachbarten Ausland.
Schriftenreihe für Flurbereinigung, Heft 34 (1961); herausgegeben von
dem Bundesministerium für Ernahrung, Landwirtschaft und Forsten,
Bonn.
(3) K- Leikam Kritische Untersuchung der bei der Flurbereinigung üblichen
Wertermittlungsverfahren.
Veröffentlicht im Auftrage des Bundesministeriums für Ernahrung,
Landwirtschaft und Forsten, Bonn. (i960).