wel definities geboden, maar geen voorbeelden gegeven. Die dic tionaries, bijv. „Dictionary of Electronics and Waveguides", hebben Engels als basistaal. Naast de Engelse hoofdterm staat, in ons voorbeeld, het Franse, Spaanse, Italiaanse, Nederlandse, en Duitse, equivalent. Uiteraard ontbreekt ook in dit geval een woordenlijst voor elke taal niet, om bij een woord uit één der neventalen, het woord in de hoofdtaal (en tegelijk in de andere neventalen!) te kunnen vinden. Maar voorbeelden van hoe men een bepaald begrip, of woord, in een zinsverband gebruikt, bieden de „Elseviers" niet. En die biedt ons woordenboek juist wel! En heeft Larousse (de bekende Franse uitgever van dictionnaires) niet gezegd: „Ün dictionnaire sans exemples est un squelette" (Préface, Biz. III.) Bovendien zijn de woordenboeken van Elsevier, hoewel ook prima verzorgd, vele malen duurder dan ons woordenboek. Dat kost slechts 32.50, de „Elseviers" tussen de 75.en de 175-—! Evenals bij Elsevier is ook bij ons, voor het Engels, onderscheid gemaakt in het taalgebruik voor het Verenigd Koninkrijk (UK) en in de Verenigde Staten (USA). Men kan op blz. 217, onder P 79 bijv. leren dat een fietspad (in het Frans: „pistecyclable") in Engeland een „track for cyclists", doch in Amerika een „cycle path" heet (ook hier staat m.i. een drukfoutje: er staat cycle paths). Analoog aan het gebruik voor het Engels, wordt in de D.M.G. (officiële afkorting van onze dictionnaire) onderscheid gemaakt tussen het taalgebruik in Duitsland, Zwitserland, en Oostenrijk. Bij Cadastre (C 5) vindt men dus dat het Duitse equivalent Kataster, in Duitsland onzijdig is das Kataster), terwijl het in Zwitserland en Oostenrijk ook wel mannelijk kan wezen der Kataster). Specifiek Zwitserse en Oostenrijkse termen zijn apart behandeld. Onder L 70 vindt men: livre terrier (Suisse). N'existe pas en France. En daar naast: Bannbuch (Schweiz). Ik zei al dat de Elsevieruitgaven Engels tot basistaal hebben. Bij ons is dat Frans. Misschien betreurt men dit. De kennis van het Frans is in de hedendaagse wereld nu eenmaal minder sterk ver- breid dan die van het Engels. Zelfs voor Nederland, waar nog een kerk bestaat waar in het f rans gepreekt woidl (de Eglise Wallonnc), geldt dit, helaas. Toch lijkt mij het bezwaar van het Frans, juist voor een Nederlandse gebruiker, minder groot dan voor bijv. een Engelsman. Want men heeft de definities bij gebruik van het boek beslist wél nodig. Men moet zich dan maar wat meer inspannen. Er bestaan ook nog (gewone) Franse woordenboeken in de wereld. Ook in Nederland. Een goed instrument, als de D.M.G.is het waard, dat men er moeite voor over heeft, het te leren hanteren. Een theo doliet, of planimeter, kan men ook niet zo maar iedere ongeoefende in handen geven. Het is eigenlijk verwonderlijk dat in de serie van Elsevier (die al zeer uitgebreid is, men zie er maar eens één in, en raadplege het lijstje aan het begin!) nog geen „Dictionary of Geodesy" bestond. 309

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 77