met de Minister van Financiën Treub over de mogelijkheid hiervoor subsidie te verkrijgen, bood deze aan, zelf een dergelijke com missie in het leven te roepen. De door het bestuur van de Vereniging voor K. en L. aan te wijzen landmeters zouden de meerderheid in deze commissie moeten hebben. De voorgedragen personen werden door de regering uitgenodigd, echter met uitzondering van het aanbevolen bestuurslid van de Vereniging. Het bestuur van de Vereniging probeerde toen nota bene aan de Minister „op heldering" te vragen en ook de algemene vergadering van de Vereniging vond, dat de Vereniging „op zeer in 't oog loopende en grievende wijze" gepasseerd was. Bij ministerieel besluit werd in 1918 de naar haar voorzitter genoemde Commissie Van Herwijnen ingesteld. Notaris Van Herwijnen was, met Boer en de bewaarder Berger, lid geweest van de Staatscommissie van 1906. De overige leden van de nieuwe commissie waren drie land meters, de inspecteur en een controleur van de grondbelasting. In de verslagen van deze commissie vallen, zoals Heines het uitdrukte, Boer's pen en denkbeelden herhaaldelijk te onderkennen (114). De commissie had tot taak een onderzoek in te stellen naar de noodzaak tot reorganisatie van de kadastrale dienst, teneinde de denkbeelden van de Staatscommissie van 1906 tot uitvoering te kunnen brengen, in het bijzonder ten aanzien van een aantal punten, waaronder de schatting voor de grondbelasting en de voor deze schatting eventueel noodzakelijke perceelsvorming. Over dit laatste punt bestond een groot verschil van mening tussen de landmeters van het kadaster en de controleurs van de grond belasting. De commissie is haar werkzaamheden begonnen in het vooruit zicht, dat spoedig een ontworpen Wet op de Grondbelasting in de Tweede Kamer der Staten-Generaal zou worden behandeld. Aan dit ontwerp had Boer, samen met de inspecteur van de grond belasting, in opdracht van Minister Treub, een werkzaam aandeel gehad. Enkele principes uit dit ontwerp deden de controverse tussen controleurs en landmeters hoog opvlammen. Voor de land meters sloot de schatting per eigendom zeer goed aan bij het Dierense systeem van hermeting; bovendien zou de schatting van de belastbare waarde onder anderen kunnen geschieden door de landmeters van het kadaster. De controleurs daarentegen vochten niet alleen voor het behoud van hun positie, maar hadden ambi- tieuse plannen om de Controles om te vormen tot algemene bureaus voor de waardebepaling van alle vaste goederen (115). Na het aftreden van Mr. Treub als Minister van Financiën kwamen de plannen van de landmeters er minder goed voor te staan. Wijzigingen door de nieuwe minister in de ontwerpen aan gebracht, waren voor de Commissie Van Herwijnen aanleiding, zo snel mogelijk het eerste deel van haar verslag en een aanvulling daarop uit te brengen. Tussen de minderheid de twee ambtenaren van de grondbelasting en de meerderheid in de commissie bestond 361

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 43