363
succes beproefd. Wel werd het aantal controleurs van de grond
belasting aanmerkelijk ingekrompen (119).
14. De opleiding van de landmeters
In de Tweede Kamer werd in 1887 het voorstel gedaan, de
adspirant-1 andmeters aan de Polytechnische School te Delft te
doen opleiden. De Vereniging voor K. en L. ging echter pas aan
dacht aan dit onderwerp besteden na een inleiding van de land
meter De Haan in de algemene vergadering in 1890. Boer gaf
meteen te kennen, dat praktische vorming en theoretische opleiding
samen moesten gaan. De conclusie van de bespreking was, dat door
de Vereniging een commissie van preadvies werd ingesteld. Hoewel
Boer van deze commissie geen deel uitmaakte, maakte Baren-
broek, voorzitter van de commissie van preadvies, later openlijk
melding van de verdiensten van Boer ten aanzien van het uit
gebrachte advies en van de welwillende wijze, waarop hij de com
missie terzijde had gestaan. In dit preadvies werd de oprichting
van een speciale vakschool bepleit. De winterhalfjaren zouden
hoofdzakelijk aan de theorie moeten worden besteed, de zomer
halfjaren aan de praktijk. Het voorstel, aan de Polytechnische
School een cursus te verbinden, ondervond toen weinig instemming.
Als autodidact kon Boer het belang van een dergelijke cursus
blijkbaar niet inzien (120).
De gesprekken en de correspondentie van het bestuur van de
Vereniging voor K. en L. met het College van Directeuren van de
Rijkslandbouwschool te Wageningen verliepen eerst moeizaam.
Maar gedurende Boer's voorzitterschap van de Vereniging voor
K. en L. besloot het bestuur de opleiding voor landmeter te
Wageningen bij de bevoegde autoriteiten te bepleiten. Aangezien
het medebestuurslid Hoffmann zich meermalen in deze richting
had geuit, mag aangenomen worden dat dit besluit voornamelijk
aan hem te danken is geweest. Van Boer zijn weinig uitlatingen
over dit onderwerp bekend. Hij was aanwezig bij de instelling van
de landmeterscursus aan de Landbouwhogeschool te Wageningen,
vermoedelijk in zijn functie van Ingenieur-Verificateur te Arnhem,
die leiding had te geven aan de studenten (kandidaat-landmeters)
(121).
15. De declivometer
Boer heeft, in tegenstelling tot Colpa en Polée, weinig belang
stelling getoond voor de allereerste ontwikkelingen van de foto-
grammetrie. Dit veranderde toen in de eerste wereldoorlog de
fotogrammetrie werd toegepast voor kaartvervaardiging. Door de
Franse proef van Roussihle te Serris is kadastrale toepassing van
fotogrammetrie een reële mogelijkheid voor hem geworden. In 1921
werd hij door de Minister van Oorlog benoemd tot lid van de pas
ingestelde Commissie ad hoc, die proefnemingen en demonstraties
ten behoeve van de Sub-commissie voor Fotogrammetrie van de
zogenaamde Triangulatie-commissie moest regelen.