368
onvolledig blijven, maar de bescherming van derden zal vergroot
worden. De verplichting, gebruik te maken van de notariële akte,
is behoudens een enkel uitzondering, reeds in 1956, vooruitlopend
op de gereedkoming van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, ingevoerd.
De kadastrale aanduiding van onroerende zaken zoals onroerende
goederen in de ontwerpen heten zou als een vereiste voor de
overschrijving opgenomen worden, zonder hieraan verder gevolgen
te verbinden. Het is volgens Mr. Van Huls te betwijfelen of deze
aanduiding daardoor bepalend zal zijn voor het object. Nog
dubieuser is in dit verband een wettelijk vermoeden omtrent de
kadastrale grens (130).
2. ,,De beteekenis en het verband der juridische en technische grond
slagen"
Het laatste woord over de betekenis van het kadaster is nog niet
gezegd. De toegankelijkheid om niet het juridisch geladen woord
openbaarheid te gebruiken van de kadastrale gegevens zou een
rol kunnen spelen bij de derden-bescherming. Volgens het ontworpen
Burgerlijk Wetboek zal een feit onder zekere voorwaarden niet tegen
geworpen kunnen worden aan derden, die dit feit niet uit bepaalde
registers hadden kunnen kennen (131). De kadastrale legger, de
kadastrale kaart en de kadastrale grens, zouden aldus een rol
kunnen gaan spelen.
De kadastrale gegevens moeten daartoe technisch en administra
tief de feiten zo juist mogelijk weergeven en zo goed mogelijk
toegankelijk zijn voor het publiek. Goede kaarten zijn dan
een eerste vereiste; door hermeting mede ten behoeve van
planologische doeleinden zullen de, helaas nog te veel voor
komende, verouderde en slechte kaarten moeten worden vervangen.
In verband met hetzelfde doel is het gewenst, dat bepaalde feiten,
die thans bij verschillende instanties worden geadministreerd
zoals huwelijk, huwelijkse voorwaarden, curatele, faillissement
meer systematisch in de kadastrale legger worden aangetekend. De
toegankelijkheid van dit register zou kunnen worden bevorderd door
een moderner boekhoudsysteem. Ten aanzien van de kadastrale
grenzen zou een betere toegankelijkheid wellicht bereikt kunnen
worden door, meer dan thans gebruikelijk is, meetgetallen en
metingsresultaten aan belanghebbenden ter beschikking te stellen.
Al is Prof. De Haan van mening, dat redelijkerwijs niet van de
belanghebbenden verwacht mag worden, dat zij kunnen weten
waar de kadastrale grenzen liggen (44), toch wordt dit wel verwacht
van de notaris die, hoewel niet kadastraal-deskundig, niettemin
wettelijk verplicht is tot gebruik van de kadastrale aanduiding.
Dat de notaris moeilijkheden met de omschrijving van perceels
gedeelten had en nog heeft, blijkt wel uit de veel voorkomende vage
omschrijvingen en uit het in sommige streken van ons land toe
gepaste systeem van meting vóór akte. Bij de vage omschrijvingen
mede op aandrang van landmeterszijde ter voorkoming van