370 naamde kadaster-clausule voor te schrijven. Partijen leggen zich dan bij voorbaat neer bij de resultaten van de latere ambtelijke opmeting die conform hun aanwijzing geschiedt, terwijl de land meter de juiste kadastrale aanduiding aan de overgeschreven akte kan toevoegen, zonder dat een notariële rectificatie-akte vereist is (132). Al zal het gebruik van deze clausule geen stimulans vormen tot een betere omschrijving van over te dragen perceels gedeelten, het zal een aanpassing aan de eisen der praktijk (vage omschrijving, nadere concretisering) mogelijk maken; veel consort- boekingen en rectificaties zullen niet meer nodig zijn. Ten aanzien van de grootste groep van overdrachten, namelijk die van gehele kadastrale percelen, is de bijhouding van het kadaster, om met Van der Linden van Sprankhuizen te spreken, zonder controle overgelaten aan leken. Van enige verificatie van de grenzen door de notaris is nauwelijks sprake, terwijl deze over drachten de landmeter geheel voorbijgaan. Veel zou reeds gewonnen zijn, indien, volgens een oud voorstel van Boer uit 1883 of volgens een recent voorstel van De Haan de notaris verplicht zou zijn het object ook te vergelijken met de kadastrale kaart (133, 44). Ook indien algemeen erkend zou worden, dat de belanghebbenden redelijkerwijs kunnen weten, waar de kadastrale grenzen liggen, zal de behoefte, een wettelijk vermoeden aan de kadastrale grenzen toe te kennen, niet groot zijn. De betekenis van dit vermoeden is, zoals Prof. C. H. F. Polak opmerkte, niet meer zo groot als in Boer's tijd, omdat sinds 1934 tegenbewijs ook door getuigen en feitelijke vermoedens geleverd mag worden (134, 44). Indien aan het kadaster een betekenis ten aanzien van de derden- bescherming zal worden toegekend, zal dit een rechtsinstituut zijn dat een wettelijke basis niet kan missen. Voorschriften ter bevordering van de rechtszekerheid behoren echter, zoals de Minister van Finan ciën in 1870 verklaarde, niet in de Wet op de Grondbelasting thuis. Onafhankelijk van het al dan niet tot stand komen van een wettelijke regeling en onafhankelijk van de inhoud van deze regeling, zullen echter een goede techniek en administratie alsmede een organisatie die dit bevordert steeds van het allergrootste belang zijn. In hoeverre deze wensen in vervulling zullen gaan, zal in grote mate afhangen van het advies, dat de in 1957 ingestelde Staats commissie zal geven omtrent de maatschappelijke functie, die het kadaster dient te vervullen en omtrent de wenselijkheid van een wettelijke regeling betreffende het kadaster. 3. Resultaten van Boer's werk Er schuilt een zekere tragiek in, dat de grote concepties, die Boer ontwikkeld of verdedigd heeft het rechtsgeldig of bewijs krachtig kadaster, het Torrensstelsel, de declivometer niet ver werkelijkt zijn. Ondanks hun verdienstelijkheid hadden deze concepties ieder hun achillespees, die Boer blijkbaar niet als zodanig onderkend heeft. Wel is hem bij zijn leven veel lof voor zijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 52