325 nieuwe in werking gesteld worden. Tot die nieuwe zal in de eerste plaats moeten gerekend worden de aanwending der photogram- metrie op groote schaal voor het kadaster en verwante vakken". Nadat hij vele jaren de juridische zijde van het vak op de voorgrond had gesteld, kwam hij na zijn pensionering tot de uitvinding van de declivometerAls „pionier" leverde hij hiermee volgens Prof. Schermerhorn „de eerste der ook verder tot heden zeer zeldzaam gebleven Nederlandsche oorspronkelijke bijdragen tot de ontwikke ling der fotogrammetrie" (9). Voor deze uitvinding getroostte Boer zich grote uitgaven in de -ij dele hoop deze door middel van octrooien ruim terug te zullen ontvangen. Boer kon het Torrensstelsel niet vergeten. De aanvraag tot her meting van Amsterdam was de aanleiding tot de publikatie in 1929 van De Ramp van Heikamp. Op originele wijze schetste hij de gevaren van het negatieve stelsel en stelde daartegenover het Torrensstelsel, zijn stokpaardje, zoals Treub het noemde. Tevens greep hij de gelegenheid aan al datgene, wat hem in het verleden gehinderd had, aan de kaak te stellen (10). Boer was een krasse oude heer, maar de laatste jaren van zijn leven leed hij aan aderverkalking. Op 13 juni 1933 overleed hij op 80-jarige leeftijd na een kort ziekbed. De begrafenis vond 16 juni plaats op Moscowa te Arnhem. Dat Boer over bijzondere eigenschappen beschikte wordt bevestigd door uitspraken van tijdgenoten: „Bogend op een scherpzinnig oordeel en een critischen geest, bewoog Boer zich succesvol, zoowel op geodetisch als juridisch gebied; niet immer werd het beoogde doel bereikt, doch zijne werkzaamheid en zijn streven zijn van grooten invloed geweest op den ontwikkelingsgang van ons Kadaster". Dat hij zich als autodidact opwerkte tot een autoriteit op juridisch gebied, geeft een beeld van zijn studiezin en zijn intelligentie. Hij stond open voor nieuwe denkbeelden en ontwikkelde er zelf verschillende. In het voorwoord op De Ramp van Heikamp schreef Treub dat Boer een strijdbaar karakter had en de vasthoudendheid van een bulldog, als het om een zaak van betekenis ging. Soms echter werd hem eenzijdigheid en gebrek aan soepelheid verweten. Daarom gingen, vooral in de latere jaren, velen niet ten onrechte hem als tacticus minder hoog waarderen. Volgens Schermerhorn behoorde Boer „tot die figuren, wier bijna profetische levenshouding gevoed wordt uit een dogmatische aanleg, door welke men van anderer werkelijkheid abstraheert en zich zeiven een beeld schept, dat als de werkelijkheid gaat optreden" (11). Hij had een pakkende stijl van schrijven en van sprekenhij was een geducht debater en in staat boeiend te improviseren. Daarbij had hij de gave zijn gehoor te bezielen en mee te slepen. Boer was een integer man; in de omgang prettig en beminnelijk. Tussen de regels door en uit een enkel artikel blijkt Boer's bewogenheid met sociale misstanden van zijn tijd, zoals de woningtoestand (12).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 7