en M? M ]/f^2 ±M
409
Vergeet men op deze manier een vak, of moet men er bijv. een
overslaan omdat het dusdanig onregelmatig gevormd is dat er
„kop noch staart" aan zit en het niet doenlijk is een B en L uit te
passen, dan is het resultaat toch zeer goed bruikbaarhet is nl. te
beschouwen als een steekproef van 90 a 95%- Het voorlopige wegen
plan van Dorp en Eind werd aldus geanalyseerd met als resultaat
q 1,56. De wegenfactor wordt nu, als voor pr het gemiddelde
van 3,3 wordt aangehouden: C (1 0,64) X 7— 0,45.
2K3.3
/£T2
De spreiding Mq die bij het gevonden bedrag q
EL2 T
behoort is als volgt te berekenen. Stel y q2 2 waarin
dus T L\ L\ enz. N B\ B\ enz. De onnauwkeurig
heid in de uitpassing van B en L bij zuivere rechthoeken is hoog
stens 0,2 mm. Op schaal 1 10 000 is dit 2 meter. Deze onnauw
keurigheid speelt voor de afstanden B en L vrijwel geen rol; slechts
belangrijk is de fout die gemaakt wordt door op het gezicht een
gemiddelde lengte en breedte te nemen van een enigszins onregel
matig gevormd vak. Deze fout is niet afhankelijk van de grootte
van B of Ldoch van de meer of minder onregelmatige vorm van
de vakbegrenzing en kan tientallen meters bedragen. Deze fouten
liggen voor B en L in dezelfde orde van grootte en zijn onafhanke
lijk van elkaar. De spreiding in de gegevens B en L noemen we M;
die in T en N resp. Mr en MN.
Nu is Mf 4 M2 SI2 4 M2T en
Mfr 4 M2 E B2 4M2N en de variantie van y wordt
\2 2
4M2T+^—j X 4 M*N, hetgeen na enige herleiding geeft:
U, 2 M,j/E+Z.
Aangezien ook My 2q Mq volgt hieruit Mq M j/|.~^2-
We trachten deze formule nog iets te vereenvoudigen. De opper
vlakte van de gehele ruilverkaveling Or E B x L. Voorts is
1 EZ.2 S B2
q X q E BL X X'
Alzo is 0| (E BL)2 S L2 X E B2 q2 (E B2)2; Or q^B2
/^T7 /q (?2+I)
Or
(Indien de oppervlakte van de ruilverkaveling uitgedrukt is in