L L nu k n5B B perceeltje dan bij een volgende herziening van het uitbreidingsplan tot bouwterrein zal worden bevorderd. Voor het meer agrarische gebied van een verkaveling is in de volgende beschouwingen geen rekening gehouden met de huis- en tuinkavels. In i was ingevoerd de notatie p lengte-breedte verhouding van de kavelp b lengte-breedte verhouding van het vak: q B Voorts wordt nog genoteerd: d het aandeel of percentage van de ruilverkavelingsoppervlakte dat in kleine kavels aan de dwarswegen geprojecteerd is. Het percentage zal steeds worden genoteerd als een getal kleiner dan i. Bijv. d 0,21 i.p.v. d 21%. k2 de oppervlakte-verhouding van de gemiddelde grote kavel (aan opstrekkende weg) en de gemiddelde kleine kavel (aan het kopeind van een vak). Als uitsluitend grote kavels aan een opstrekkende weg zijn gele gen, dan is het aantal grote kavels dat in een vak kan worden geprojecteerd 4 pq. In een vak dat representatief is voor het gemid delde van de verkaveling is (1d) x de vakoppervlakte beschik baar voor grote kavels. Het aantal wordt dan 4 pq (1d). Voor 4ii

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 33