4 pq
412
kleine kavels is beschikbaar een oppervlakte waarin 4 pqd grote
kavels kunnen, dus theoretisch 4 p q d k2 kleine kavels (kopeind-
kavels). De rationaliseringsfactor r wordt nu
1 (k2 1) d. De waarden k en d zijn helaas nog onbekend, zodat
deze formule zonder meer niet bruikbaar is.
Om een verder inzicht te verkrijgen introduceren we nog enkele
begrippen, te weten; het dwarswegbezettingspercentage (z),
benuttingspercentage D
ontsluitingseffect (E).
Het dwarswegbezettingspercentage is het percentage van de
dwarsweg dat wordt gebruikt voor kavelontsluiting, indien alle
kopeindkavels aan de dwarsweg geprojecteerd zijn of zouden zijn.
In bovenstaande figuur laten we de stippellijnen voorlopig buiten
beschouwing. Het groepje (in casu drietal) kavels in het rechter
bovenkwartier zou ook aan de opstrekkende weg gelegen kunnen
zijn. Ook in dat geval is:
«4 nr, bs
2 B
Als de lengte-breedteverhouding p voor het gemiddelde van grote
en kleine kavels gelijk is, dan is
k -> d - X ^4
4 L B
h v U v ni
lt L B
Nu is voor het groepje kavels in het linkerbovenkwartier van de
tekening het bezettingspercentage van de dwarsweg:
^4 bl n j 1 E bi lo 2 Za Zq
z, zodat d.xk4 x -4— x 4 Evenzo
2 B L B qB 1 q
is d5 X k 5
1
Het totale dwarswegbezettingspercentage is zi zB z.
Het totale percentage kleine kavels is d4 ds d.
Nu is dus z q (d4 k4 db k5) en indien we stellen
k k4 -2ks dan verkrijgen we z q d k.
d d
Dit product q d k kan niet groter zijn dan 1, nl. als alle dwars
wegen tweezijdig geheel zijn bezet met kopeindkavels. Geven we