4i7 Het werk bestaat uit vijf gedeelten nl. A. De theorie der waarnemingsfouten, B. de methode der kleinste kwadraten, C. vereffeningsproblemen in het driehoeksnet, D. vereffeningsproblemen in het veelhoeksnet, E. bijzondere methoden en nabeschouwingen over de theorie. Het geheel berust op de klassieke gedachtengang, hetgeen tot uiting komt in de steeds terugkerende berekening van de middel bare fout waar in de moderne gedachtengang de schatting van de standaardafwijking wordt bedoeld. Het feit dat de voorwaarden- vergelij kingen lineair gemaakt dienen te worden, wordt wel vermeld doch niet gemotiveerd. De gedeelten A en B zijn voor de Delftse geodetisch ingenieur onleesbaar. De gedeelten C en D geven een aardig overzicht van verschillende klassieke vereffeningsproblemen. Echter ontbreken bijna overal de berekeningen van de standaard afwijking (hier dus de schattingen) na de vereffening. Het gedeelte E bevat het vereenvoudigde schema van Gauss voor de oplossing van een stelsel van normaalvergelij kingen. Het boek besluit met de berekening van de middelbare fout van de middelbare fout, hetgeen de toets der kritiek niet kan doorstaan. Ir. A. H. Kooimans W. K. Hristow, Grundlagen der Wahrscheinlichkeitsrech- nung, mathematischen Statistik und Methode der kleinsten Quadrate. 327 p. 17 x 24 cm. Kunstleer. V. E. B. Verlag für Bauwesen, Berlin 1961. In het Duitse taalgebied begint de belangstelling voor toepassing van de moderne kansrekening en mathematische statistiek op geodetische problemen groter te worden. Hoewel dit werk niet speciaal voor geodeten is geschreven, verraden enkele voorbeelden het vakgebied van de schrijver. Na een streng wiskundige behandeling van de kansrekening, waarbij de voornaamste kansverdelingen ter sprake komen, worden in het hoofdstuk over de mathematische statistiek de „maximum likelihood"-schatters uitvoerig behandeld. Aan de behandeling van de methode der kleinste kwadraten verbindt de schrijver de naam Markov. De kleinste-kwadraten schatter komt inderdaad naar voren als een zuivere schatter met de kleinste variantie. Dat deze schatter ook lineair is, wordt niet nadrukkelijk betoogd. Voor de afleiding van het formulesysteem van de methode der kleinste kwadraten volgt de schrijver echter weer de klassieke Duitse litteratuur. Het vereffenen met correlerende waarnemingen en het toetsen van waarnemingsuitkomsten komen nauwelijks en de theorie van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 39