425 zodanig, maar in het bijzonder ook aan het up-to-date houden daarvan. Het zwaartepunt van de landmeetkundige bezigheden ligt hier in het bijzonder in het bijhouden en in het vernieuwen van de kadasterkaarten, waarvan het aantal in de Deutsche Bundesrepublik het miljoen overschrijdt. Dit grote werk is de grondslag voor de registratie van de grondeigendom, die in de hui dige tijd aan een bijzonder snelle wijziging onderhevig is". Na nog beschouwingen te hebben gewijd aan de hogere geodesie, waarbij ook ANNA IB nog even werd genoemd, kwam Prof. Lichte te spreken over de noodzakelijke Duitse hulp op geodetisch gebied aan de ontwikkelingslanden. Hierbij werd vooropgesteld dat het voor de Bundesrepublik nog niet zo gemakkelijk is in deze iets te doen, daar de landmeetkundige werkzaamheden in bedoelde landen in hoofdzaak worden gedaan door de vroegere koloniserende landen. De opening werd muzikaal omlijst door het Philharmonisch orkest van de stad Freiburg im Breisgau, dat muziek van Mozart, Ravel en Haydn ten gehore bracht. Een serie voordrachten was gewijd aan ruilverkaveling en plan ning. Daartoe waren sprekers uitgenodigd uit Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Prof. Dipl.-Ing. K. Vieser uit Ludwigsburg hield zijn voordracht over „Problemen der landlichen Bodenordnung im südwestlichen Raum und der Flurbereinigungsingenieur". Prof. Dipl.-Ing. E. Tanner uit Zürich sprak over: „Güterzusammen- legung und Planung in der Schweiz". Ingenieur Géomètre Diplómé J. Dingler uit Straatsburg besprak de ruilverkaveling in Frank rijk. Dipl.-Ing. A. Hudelmaier uit Stuttgart hield een voordracht over: „Der Vermessungsingenieur in der Bauleitplanung". De tekst van deze voordrachten en ook die van de hierna nog te noemen voordrachten zal worden gepubliceerd in het Zeitschrift für Ver- messungswesen. Meer op zichzelf staand was de voordracht van Dr. G. Schneider uit Freiburg, die sprak over: „der Ausbau des Oberrheins", een thema overigens, dat zowel voor Frankrijk, Duitsland als Zwitser land interessant is. Het gaat hier om een serie van technische werken die van belang is voor industrie, landbouw en scheepvaart. Onder landbouw hier ook te verstaan wijnbouw. De grote drang om tot een regulering van de bovenloop van de Rijn te komen ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen zich de binnen scheepvaart beneden Mannheim bijzonder snel ontwikkelde ten gevolge van de bouw van de stoomboot. Aan deze ontwikkeling wilden ook de hoger op gelegen steden gaarne deel hebben. Tussen 1907 en 1920 werd met groot succes het gedeelte van de Rijn tussen Mannheim en Straatsburg onder handen genomen, waarbij vooral de bevaarbaarheid een belangrijke rol speelde. De voortzetting van de werkzaamheden boven Straatsburg kon pas in 1930 plaatsvinden, nadat eerst diepgaande tegenstellingen van verschillende aard tussen de drie geïnteresseerde staten, Frankrijk,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1963 | | pagina 47