429
bij de Provinciale Planologische dienst van Zuid-Holland en Ir. Th. J. W.
Lantermans, chef afdeling Structuurplannen en Voorbereiding van de dienst
Stadsontwikkeling te Rotterdam, resp. de onderwerpen: „Een streekplan
(omgeving van Rotterdam)" en „De stad of agglomeratie". Verslagen van
de voordrachten zullen worden opgenomen in de volgende aflevering van
dit tijdschrift.
Op vrijdag 4 oktober des morgens om ca. 9.30 uur opent de voorzitter de
huishoudelijke vergadering met een woord van welkom. Na het vermelden
van enkele berichten van verhindering worden de overleden collega's J. D.
Dik, K. F. K. Libois, M. A. Hollestelle, J. van Mil, Ir. W. van Riessen,
C. C. Krom, W. R. Smits, J. L. Hoekstra en T. D. Kiers herdacht. De
voorzitter geeft vervolgens een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen
sedert de vorige huishoudelijke vergadering.
In de eerste plaats herinnert hij nog eens aan het 10e F.I.G.-congres te
Wenen, waaraan door een groot aantal Nederlanders werd deelgenomen. Hij
wijst op de verschijning van de „Dictionnaire Multilingue" en de voorzitter
heeft weinig toe te voegen aan de lof, die Ir. H. L. Rogge in zijn bespreking
van het woordenboek in het Tijdschrift heeft geuit. Toch wil hij niet nalaten
in deze vergadering Ir. F. IIarkink te danken voor het vele werk dat deze
in het bijzonder in de laatste fase van de tot standkoming van het woorden
boek heeft verricht. Het hoofdbestuur hoopt dat de heer Harkink in ieder
geval de leiding voor de vervaardiging van de Nederlandse index op het
woordenboek op zich wil blijven nemen. De voorzitter verzoekt die leden,
aan wie de samensteller van de index om medewerking vraagt, hieraan
gevolg te geven.
Hierna geeft de voorzitter een overzicht van het behandelde in de ver
gadering van het Comité Permanent van de F.I.G., die dit keer van 6 t/m 13
september 1963 in Washington is gehouden; een verslag van deze vergadering
is op blz. 419 e.v. in dit nummer opgenomen.
Hierna vermeldt de voorzitter dat nationaal vooral twee belangrijke zaken
de aandacht van het Hoofdbestuur hebben en in de naaste toekomst de
belangstelling zullen vragen. Hij vermeldt het feit dat aan het ontwerpen van
statuten voor een stichting „N.L.F.-examens" wordt gewerkt. De werkzaam
heden hieraan zijn al vrij ver gevorderd. Als motieven voor de vestiging van
de stichting noemt hij
ie de mogelijkheid om voor het werk van de stichting subsidies te verkrijgen,
teneinde de grote tekorten die de N.L.F.-examens telkenjare opleveren te
bestrijden;
2e in het stichtingsbestuur kunnen vertegenwoordigers van andere land
meetkundige organisaties worden opgenomen, waardoor een bredere
basis van samenwerking ontstaat;
3e de naam „N.L.F.-examens" blijft gehandhaafd.
In dit verband wordt de aandacht erop gevestigd dat de Kartografische
Sectie van het K.N.A.C. aan het hoofdbestuur van de N.I..F. heeft gevraagd
het predikaat N.L.F. te geven aan de drie in de toekomst af te geven
diploma's voor cartografisch tekenaar.
Een tweede belangrijke zaak is de in voorbereiding zijnde fusie van de
Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde en de Vereniging van Civiel
landmeters en Geodetisch ingenieurs. Een commissie onder voorzitterschap
van Ir. F. Schuurman is met een ontwerp van de statuten voor een nieuwe
vereniging, het N.I.G.I. 1), gereed gekomen. Dit ontwerp zal op binnenkort
te houden vergaderingen der twee verenigingen worden behandeld. Daar
zal moeten worden besloten of men in principe tot fusie bereid is.
Het zal duidelijk zijn dat dan in het hoofdbestuur overleg moet worden
gepleegd over de toekomst van de N.L.F.opheffing of voortzetting in een
andere vorm. Ten aanzien van de bibliotheek, het tijdschrift, de kasgelden,
Nederlands Instituut van Geodetisch Ingenieurs.