13
Op deze wijze bleef voor de vaste overspanning zodoende een
lengte van 287 meter over, dat is 43 meter meer dan de tot dusver
grootste brug in Nijmegen.
Uit deze maat volgt weer dat het een stalen brug moest worden.
Nu is het heel eenvoudig het verhaal even eentonig te maken als dat
van Saïdjah en Adinda: er zijn vakwerkbruggen, hangbruggen en
boogbruggen; in elk van deze typen zijn varianten mogelijk; de
rijvloer kan van staal of van beton zijn. De keuze daartussen is
meer technisch dan planologisch. Kortom: het is een boogbrug
geworden met stalen rijvloer en schuin geplaatste hangers.
De brug kan niet worden gemonteerd zonder hulppijlers; het
aantal daarvan is tot twee beperkt gebleven, die na de montage
weer worden opgeruimd. In verband met deze obstakels moest de
aanmaakplaats wel tijdelijk worden opgeheven.
Bij een doorvaarthoogte van 24 a 25 meter komt de verkeersweg
op 28 a 29 meter hoogte te liggen, de opritten krijgen derhalve een
overeenkomstige hoogte. Door de slechte grondgesteldheid kunnen
die niet als aarden dam worden gemaakt. Over 450 meter ter weers
zijden van de stalen brug worden ze dus uitgevoerd als viaduct.
Hiervoor is (refererend aan Saïdjah) de keus gevallen op een beton
constructie met negen overspanningen van 50 meter lengte, elk
bestaande uit een samenstel van geprefabriceerde voorgespannen
betonliggers, ook al weer de grootste die tot dusver in Nederland
zijn gemaakt. Het gewicht is rond 150 ton.
Daarmede ligt het gehele project feitelijk vast, en begint de taak
van de technicus (die overigens hier en daar al om de hoek gluurde)
om het project te materialiseren in staal en beton.
Dit betekent niet dat de plannenmakers het toneel reeds geheel
hebben verlaten en de technicus nu volkomen vrij zijn gang kan
gaan: hij heeft behalve met de planologische overwegingen, die
zijn eigen opdracht bepaalden, ook nog te maken met de conse
quenties van de uitvoering van andere plannen voor zijn werk. Zo
heeft hij rekening te houden met het Deltaplan. In het kader van
dit grote plan moeten de waterkeringen van Schieland en de Dijk
ring IJsselmonde worden verhoogd en verzwaard; beide kruisen
het brugtracé.
Met het oog op stadsuitbreiding wordt de lage Kralingse Polder
volgespoten met baggerspecie van 1 mN.A.P. tot ca. 4 m+N.A.P.,
een maatregel die de veiligheid van de toekomstige bewoners achter
Schielands Hoge Zeedijk zeer vergroot.
De aanleg van de aansluitende wegen gaat eveneens gepaard met
omvangrijke grondwerken. Al deze werken op slappe grond bete
kenen grondmechanische en funderingsproblemen voor de brug-
bouwer. De gebruikelijke paalfunderingen moesten dan ook wijken
voor massieve constructies van grote stabiliteit tegen gronddruk.
Toegepast zijn zeer grote betonputtenin ons land in die afmetingen
zeker een novum. Ze werden boven op de grond, respectievelijk
op de rivierbodem gebouwd. Door uitgraven zakten ze door hun